Willem Oltmans: een arme man vol kuren
Hoe groot is Willem Oltmans (1925-2004) geweest? In eigen ogen was zijn betekenis wereldomspannend. Zijn dagboeken moeten omvangrijk zijn, 76 meter aan manuscripten. Daaruit worden zeventig delen aan memoires samengesteld, waarvan er al 27 zijn verschenen. De biografie van Edwin Oden over Oltmans wekt echter niet de indruk dat we hier met een uitzonderlijk groot mens van doen hebben. Integendeel, zelfs zijn vrienden noemen hem een narcist. Iemand die dus eigenlijk tegen zijn grootheidswaan zou moeten worden beschermd.
Oltmans werd geboren in een rijke familie met een groot huis vol personeel. Zijn ouders ademden nog in de negentiende eeuw; waren te rijk om zich met hun kinderen te bemoeien. Alle bronnen over Oltmans zeggen het duidelijk: in de kille en harteloze opstelling van zijn ouders ligt een verklaring voor zijn latere gedrag. Hij was vernederd en verstoten. Hij bleef een ontevreden kind. Wellicht ligt hier ook een verband met zijn homoseksualiteit. Later werd hij journalist. Dat deed hij niet slecht, hij zag alleen een beetje veel complotten. Bij minister Luns viel hij in ongenade omdat hij de Amerikaanse regering zou hebben opgezet tegen het Nieuw-Guineabeleid van Den Haag. In 2000 betaalde de Nederlandse staat hem 8 miljoen gulden smartegeld.
Hoe zinvol is nu deze biografie? Niet zinvol. In de eerste plaats ís het geen biografie, maar een stapel aan elkaar geplakte citaten uit interviews, zonder enige analyse of samenvatting. Maar het boek is ook te veel de verheerlijking van een arme man vol kuren.
De man van 8 miljoen, Edwin Oden; uitg. Balans, Amsterdam, 2010; ISBN 978 94 600 328 37; 296 blz.; € 19,95.