Verhalen over de geheimzinnige ”ridder van de Peel”
Een deel van de nieuwe afdeling ”Archeologie van Nederland” wordt voortaan gebruikt voor compacte, tijdelijke tentoonstellingen over onderwerpen uit de Nederlandse archeologie. Op dit moment is de expositie ”De gouden Peelhelm: feit en fictie” te zien.
Honderd jaar geleden deed turfsteker Gebbel Smolenaars een spectaculaire vondst in het moeras van de Brabantse Peel. Op 15 juni 1910 haalde hij geen turf uit de grond, maar een vergulde zilveren ruiterhelm uit de Romeinse tijd. En hij vond nog meer: een mantelspeld, een ruiterspoor, belletjes van een paardentuig en Romeinse munten. De helm werd schoongepoetst en tentoongesteld in het huisje van Smolenaars. Voor tien cent kon men de schat komen bewonderen. Later kocht het Rijksmuseum van Oudheden de helm.
Er doen veel verhalen de ronde over de vondst van de helm. Maar wat is er echt gebeurd? Hoe is de gouden soldatenhelm in het moeras terechtgekomen? Wie was de mysterieuze ”ridder van de Peel”? Is de schatvondst compleet teruggevonden? Op al deze vragen zijn de afgelopen eeuw verschillende antwoorden gekomen, al dan niet op feiten gebaseerd. De ”Peelhelm” sprak tot de verbeelding. Het was dan ook een vondst van formaat; een van de belangrijkste archeologische ontdekkingen van de twintigste eeuw.