Opinie

Commentaar: Tweede dienst waardevol

Week na week brengt deze krant op donderdag twee pagina’s met aankondigingen van kerkdiensten voor de komende zondag. In bijna alle gevallen worden er per kerkelijke gemeente twee diensten genoemd. Logisch, want op zondag is men binnen de gereformeerde gezindte gewend twee keer naar de kerk te gaan, uitgezonderd wellicht kinderen en zieken. Die gaan maar één keer.

14 January 2011 19:41Gewijzigd op 14 November 2020 13:17

Zo was het vanouds wel. Zo is het op veel plaatsen nog. Maar er lijkt een verandering op komst. Predikanten, kerkenraden en als het goed is ook gewone gemeenteleden maken zich in toenemende mate zorgen over de teloorgang van de tweede dienst. Het kerkbezoek neemt af, in de ene gemeente meer dan in de andere, maar de tendens is er.

De verminderde belangstelling voor de tweede zondagse dienst begon zich in de jaren zestig te manifesteren binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken. Ze was het eerste duidelijke voorbeeld dat de secularisatie de protestantse kerken was binnengedrongen. Het gestegen welvaartsniveau, de toegenomen mobiliteit en de opmars van moderne communicatiemiddelen zorgden ervoor dat de wekelijkse rustdag volgens velen ook wel op een andere manier kon worden doorgebracht. Wie op zondag toch nog een tweede keer een boodschap wilde horen, kon thuis naar de radio luisteren. En verder, het bezoeken van eenzamen is toch ook je godsdienst uitoefenen? Eén keer kerkgang op zondag was wel genoeg.

De meer orthodox-gereformeerde gemeenten binnen de Hervormde Kerk en andere reformatorische kerken hadden in die tijd geen last. ’s Morgens en ’s middags zaten de kerken vol. In bijna alle gevallen werd ook nog op zondagmiddag of -avond een catechismuspreek gehouden; meer leerstellige en dus stevige kost.

Na de eeuwwisseling is daar een kentering in gekomen. In verschillende reformatorische kerken is zichtbaar dat de belangstelling afkalft. Op kerkenraden en meerdere vergaderingen wordt gediscussieerd over de invulling van de tweede dienst opdat die voldoende aantrekkelijk zou kunnen zijn voor gemeenteleden.

De vraag is of een opgevrolijkte of informelere tweede dienst de oplossing is. Niemand minder dan de hervormde theoloog prof. dr. Th. L. Haitjema voert in 1951 in zijn ”Handboek voor de prediking” een krachtig pleidooi voor het behoud van de catechismusprediking. Daarbij stelde deze voorman van de confessionele richting wel de eis dat deze prediking bediening van het Woord van God blijft. Ze mag geen schoolse uiteenzetting van de leer worden. De waarde van de catechismus is volgens hem dat deze een „bijzonder praktisch karakter” heeft.

Daar ligt dan ook het geheim voor het behoud van de tweede dienst. Het is de gelegenheid bij uitstek om de Bijbels-gereformeerde leer handen en voeten te geven. De gereformeerde hoogleraar K. Dijk zei in dit verband: „Na het middagmaal moet de predikant geen lichte kost, geen sociaal Evangelie maar een krachtige en praktische boodschap geven aan de hand van het gereformeerde leerboek dat doorbloed is van de Bijbels gereformeerde leer.” Morgen toch maar twee keer naar de kerk.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer