Groen & duurzaamheid

Fossiele boom op 29 meter diepte

Zoeken naar bluswater, maar een boom uit de oertijd vinden. Het overkwam de grondboorders die vorig jaar een brandput sloegen naast het kantoor van Staatsbosheer in Leersum.

14 January 2011 16:10Gewijzigd op 14 November 2020 13:17
De brandput (l.) naast het kantoor van Staatsbosbeheer Heuvelrug-Zuid in Leersum.  Foto RD
De brandput (l.) naast het kantoor van Staatsbosbeheer Heuvelrug-Zuid in Leersum. Foto RD

Ecoloog René Schuurmans van Staatsbosbeheer zet direct zijn auto stil als hij wordt gebeld over de vondst in Leersum. Zonder vragen af te wachten begint hij enthousiast te vertellen over wat de grondboorders in januari 2010 op 29 meter diepte onder het Leersumse veld aantroffen. „Op verzoek van de brandweer hebben we een brandput laten slaan vlak naast het kantoor van Staatsbosbeheer in Leersum. Er gaat een holle buis 1 meter de grond in. De ruimte boven de buis zuigen we vacuüm, zodat de aangeboorde grond omhoogkomt. Zo krijg je allemaal segmenten van 1 meter, die je keurig naast elkaar kunt leggen.”

Pas op 62 meter diepte troffen de boorders voldoende water aan. Veel waardevoller vindt Schuurmans echter de 20 centimeter dikke laag hout die in buis nummer 29 zat. „De afdeling geologie van TNO is bezig met een landelijk onderzoek, Geolocigal Survey of the Netherlands. Daarvoor hebben ze op de hele Utrechtse Heuvelrug nog vijftig andere boringen uitgevoerd. Door de gevonden stuifmeelkorrels bestond het vermoeden dat er een oerbos onder de Heuvelrug ligt. Maar wij leveren hier het bewijs door precies in een boom uit dat oerbos te boren.”

TNO in Utrecht onderzocht het bodemprofiel uit de Leersumse boorput en constateerde dat het oerbos ten minste 1,2 miljoen jaar oud moet zijn. Dat de wereld ongeveer 6000 jaar geleden is geschapen, gelooft Schuurmans niet. „Drie verschillende tests laten zien dat het fossiele hout zo oud is. Dat is voor mij voldoende wetenschappelijk bewijs.”

Het oerbos komt uit een warme periode in de Nederlandse geschiedenis. Schuurmans: „Er is hier niet alleen een ijstijd geweest, ooit was er ook een subtropisch klimaat in Nederland. Kenmerkende plantensoorten waarvan TNO resten heeft gevonden zijn onder andere hemlockspar, fijnspar, vleugelnoot, haagbeuk, linde, iep en saffierstruik. Daarnaast hebben de onderzoekers sporen van de kleine vlotvaren (Salvinia spp) aangetroffen.” Vergelijkbare bossen groeien nu ten zuiden van Lyon.

Ook in de huidige tijd vormen lindebomen in een bos een belangrijke natuurwaarde. Staatsbosbeheer Heuvelrug-Zuid heeft al enige tijd plannen om in de nabije toekomst in Leersum een Atlantisch lindebos te planten. Gezocht wordt nog naar een goede locatie.

Bepalende soorten in zo’n lindebos zijn: linde, hazelaar, iep, esdoorn en eik. De linde en de hazelaar hebben de positieve eigenschap dat ze de verzuring in het bos tegengaan. Ze onttrekken extra calcium diep uit de bodem. Als de bladeren vallen, komt dit calcium op de bosbodem terecht, die daardoor wordt geneutraliseerd. Dit leidt tot versnelde strooiselvertering. Zo ontstaan kansen voor een bijzondere bodembegroeiing met bijvoorbeeld dalkruid en klaverzuring.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer