Srebrenica weer in beeld bij Joegoslavië-tribunaal
Het derde proces over Srebrenica voor het Joegoslavië-tribunaal is vrijdag voortgezet met het getuigenis van de Franse onderzoeker Jean-René Ruez. Hij illustreerde zijn verklaring met beelden en foto’s uit vooral juli 1995, toen de Bosnisch-Servische troepen de door Nederlandse blauwhelmen beschermde moslimenclave onder de voet liepen.
In het proces staan de Bosnisch-Servische (ex-)officieren Vidoje Blagojevic, Dragan Obrenovic en Dragan Jokic terecht. Het tribunaal stuurde Ruez al een week na de moordpartijen naar Bosnië. Hij kwam 20 juli 1995, negen dagen na de val van Srebrenica, in Tuzla aan. Ruez, sinds donderdagochtend aan het woord, gaf vrijdag talrijke details over waar en hoe de misdaden werden gepleegd en verduidelijkte zijn woorden met kaarten, videobeelden en foto’s.
De gefilmde gesprekken tussen de Nederlandse commandant Karremans en de Bosnisch-Servische bevelhebber Mladic werden vrijwel zonder commentaar van de getuige en de aanklagers afgedraaid. Daar staat een overdreven beleefd Engelssprekende Karremans met een dreigende Mladic op. Die beloofde te helpen bij de evacuatie van het VN-personeel en de naar de VN-basis gevluchte burgers.
Maar volgens Momir Nikolic, die met de drie terecht zou staan, bestond het plan om alle moslimmannen in het gebied uit te roeien al tijdens het derde gesprek met Karremans op 12 juli. Nikolic bekende kort voor het begin van het proces schuld aan etnische vervolging en werkt mee met de aanklagers. Hij voorkwam zo dat hij zich voor volkerenmoord zou moeten verantwoorden. Dat geldt nog wel voor Blagojevic en Obrenovic. Jokic wordt niet beschuldigd van volkerenmoord, maar vooral van misdaden tegen de menselijkheid.
De advocaten van Blagojevic, Obrenovic en Jokic onderbraken Ruez talrijke malen. Ze klaagden dat hij over de dramatische dagen zelf enkel informatie van veelal anonieme derden weergaf. Dat zou in strijd zijn met de regels van procesvoering omdat de oorspronkelijke bron niet kan worden ondervraagd. Rechter Liu Daqun tilde niet zo zwaar aan de klachten en liet Ruez zijn verhaal doen.
De aanklagers hamerden erop dat Ruez uitsluitend over de praktijk van het onderzoek naar de massamoorden van Srebrenica getuigde. Hij leidde dat tot in 2001. Rond Srebrenica zijn naar schatting 7000 moslims vermoord. Tot dusverre zijn van 3000 slachtoffers de lichamen gevonden. Het verhoor van Ruez wordt maandagmiddag voortgezet.