„Laster VS begon al eerder”
De lastercampagne waar de Franse ambassadeur de Amerikaanse pers donderdag van beschuldigde, zou al in september 2002 zijn gestart.
Frankrijk verdenkt Amerikaanse regeringsfunctionarissen van medeplichtigheid aan de campagne, omdat de „desinformerende media” hun informatie vaak van „Amerikaanse inlichtingenbronnen” overnamen.
Volgens de lijst bij de protestbrief van ambassadeur Jean-David Levitte, die hij donderdag aan de Amerikaanse regering en het Congres stuurde, begint de desinformatie met een artikel in The New York Times waarin wordt gesuggereerd dat Frankrijk en Duitsland ontstekingen voor kernwapens aan Irak hebben geleverd. Twee maanden later, op 5 november, plaatst The Washington Post op de voorpagina het bericht dat Frankrijk het wereldwijd verboden pokkenvirus zou bezitten. De krant zou de informatie hebben gekregen van een „Amerikaanse inlichtingenbron.” De Franse ambassade wijst beide beschuldigingen meteen na publicatie van de hand.
De ’campagne’ trekt aan naarmate de oorlog nadert en het Franse verzet ertegen groeit. The Washington Times komt op 7 maart met een artikel over de levering door twee Franse bedrijven van reserveonderdelen voor vliegtuigen en helikopters aan Irak. De informatie is weer afkomstig van een „Amerikaanse inlichtingenbron.” Frankrijk ontkent en zegt zich volledig aan het VN-wapenembargo tegen Irak te houden. Toch rakelt de krant het verhaal nog verschillende keren op.
William Safire, columnist van de New York Times, begint op 13 maart een reeks artikelen getiteld ”The French Connection”, waarin hij Frankrijk beschuldigt van de levering van brandstof en onderdelen voor raketten aan Irak. Ondanks ontkenningen van de Franse president Jaques Chirac zelf in een interview met de tv-zender CNN, zet Safire zijn aanvallen voort in twee opeenvolgende columns.
Op 2 april zegt een politiek commentator van de zender MSNBC, Joe Scarborough, dat Frankrijk „vliegtuigen, raketten, pantservoertuigen, radars en onderdelen voor gevechtsvliegtuigen” aan Irak heeft verkocht. Drie weken later bericht het weekblad Newsweek dat coalitietroepen in Irak mogelijk Franse raketten hebben gevonden op hun weg naar Bagdad. De Franse ambassade in Washington houdt vol dat Frankrijk zich aan alle VN-regels houdt.
Na de oorlog blijft de lastercampagne volgens Levitte gewoon doorgaan. Op 6 mei publiceert The Washington Times een artikel waarin wordt gesuggereerd dat Frankrijk leden van het gevallen regime heeft geholpen naar Europa te ontsnappen door hun Franse paspoorten te verschaffen. Het nieuws is wederom afkomstig van een „anonieme Amerikaanse inlichtingenbron” Alles wordt opnieuw door de ambassade ontkend, maar de krant wijdt nog drie dagen artikelen aan het ’schandaal’.
Behalve het Witte Huis heeft inmiddels ook het Pentagon gezegd niets te weten van desinformatie over Frankrijk. „In ieder geval wordt zo’n campagne niet vanuit dit gebouw gevoerd. Ik kan niet spreken voor de rest van de regering, maar ik heb er niets van gehoord”, aldus de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld.