Moslim wilde televisie laten stukslaan
Als hij niet zou terugkeren uit de ’heilige oorlog’ moest zijn televisie worden kapotgeslagen, evenals de bijbehorende antenne. De rest van zijn bezittingen was voor de armen. De kamer waar hij in Eindhoven verbleef, kon vervolgens aan anderen worden verhuurd.
De laatste wilsbeschikking van de Algerijn Dadi M. (22) werd aangetroffen in een brief aan Radoin D., de 26-jarige hoofdverdachte in de terroristenzaak die deze en volgende week in Rotterdam dient. Daarin komen twaalf mannen voor die worden verdacht van het rekruteren van strijders voor de jihad. D. is daar niet bij. Hij zit in Frankrijk vast en is tot op heden nog niet uitgeleverd.
Dadi, die ook wel Mokthar werd genoemd, liet in het epistel ook zijn zogenaamde jihadtestament achter. Hij verwees naar het door Mohammed verstrekte goddelijk gebod. „De vrede en genade van god is met u”, zo eindigt het testament, waarin Dadi stelt dat de jihad in Afghanistan rechtmatig is. „Tegen de heidenen en vijanden van de islam. Ik ga weg om mijn plicht te vervullen. De deur naar het paradijs staat open, de geur ervan hangt in de lucht.”
Vrijdag ontkende de Algerijn, die als asielzoeker in Nederland verblijft, de brief te hebben geschreven. Volgens hem wordt hij verward met een andere Mokthar, een naam die veel voorkomt in islamitische kringen. Verklaringen van anderen, telefoontaps en onderzoek van een handschriftendeskundige wijzen er evenwel op dat brief wel degelijk van hem afkomstig was.
De brief werd op 20 november 2001 verstuurd, waarna M. zich op 29 november richting Iran begaf. Tegenover de rechter hield hij vol dat hij met een omweg afreisde naar Mekka voor een bedevaart. Hij nam echter nimmer aan de gewapende strijd deel. Volgens zijn verklaringen had hij geen geld meer om door te reizen. Op 20 december was M. terug in Nederland.
Onduidelijk is of hij alsnog bang is geworden. In een afgetapt telefoongesprek met een andere verdachte tijdens het verblijf van Dadi zegt Radoin D. daarvoor niet bevreesd te zijn. „Het is onze wedstrijd. Die gaan we winnen. Hij is niet van het soort dat zich terugtrekt.”
De contacten van Dadi M. verliepen overigens, net als bij andere verdachten, vaak via de Eindhovense al-Furqaan-moskee. Over die moskee verhaalt ook Taher B., een 21-jarige Algerijn die illegaal in de lichtstad verbleef. Hij wordt door justitie beschouwd als de vervalser van paspoorten en andere identiteitsbewijzen.
Vrijdag ontkende hij alles, maar in een politieverklaring verhaalt B. over de werkwijze van de imams. „Die kunnen daar dingen zeggen waarvan je in de war raakt. Vroeger was er in Eindhoven niemand zwaar gelovig, maar de laatste tijd gaan er zelfs Nederlanders over tot de islam. De strengorthodoxe preken trekken ook steeds meer jongeren. Er wordt tegen de mensen gezegd dat ze niet moeten integreren, niet met Nederlanders moeten omgaan en moeten vasthouden aan de religie.”
Volgens B. is hem in december 2000 de toegang tot de moskee ontzegd. Dat spoorde overigens niet met zijn verklaringen vrijdag, waarin hij onder meer stelde dat de „politie weet dat er in deze moskee niets aan de hand is.” Overigens riep zijn advocaat hem er vele malen openlijk toe op gebruik te maken van zijn zwijgrecht.