De Libanese regering van nationale eenheid kwam woensdag ten val. De radicale sjiitische beweging Hezbollah en enkele aanverwante partijen stapten op uit onvrede over het doen en laten van het speciale tribunaal in Leidschendam dat onderzoek doet naar de moord in 2005 op de toenmalige premier Rafik al-Hariri, de vader van de huidige minister-president.

„Deze crisis is een Libanese kwestie. Maar wij volgen waakzaam alle gebeurtenissen”, zei de Israëlische functionaris. Israël grenst aan Libanon en raakte in het verleden herhaaldelijk slaags met de strijders van Hezbollah. De laatste keer dat dit gebeurde was in 2006. Escalatie van het conflict in Libanon is het laatste waar Israël op zit te wachten.

De politieke crisis in Libanon baart ook de Arabische Liga zorgen. „Wij willen niet dat Libanon straks terug bij af is”, zei secretaris-generaal Amr Moussa donderdag. „Wij dachten dat dit station al jaren geleden was gepasseerd.” Moussa overweegt de leden van de Arabische Liga bijeen te roepen voor een speciale vergadering, maar een besluit daarover moet nog worden genomen.

Moussa benadrukte dat de moord op Hariri moet worden opgehelderd en dat de daders hun straf niet mogen ontlopen. Maar hij liet wel doorschemeren dat het wellicht verstandig is als het tribunaal wacht met het publiceren van aanklachten, waarbij naar verwachting ook de naam van Hezbollah zal vallen, totdat de politieke crisis in Libanon is opgelost.