Literaire fictie over hoop en liefde
Opnieuw is er een boek van Charles Martin uitgegeven in de Thaleiaserie, ”Over bergen heen” verdient met glans het predicaat ”literaire fictie”. Martin weet als geen ander in een kort tijdsbestek twee personages neer te zetten die je tot de laatste bladzijde in hun greep houden.
Het gaat om de chirurg Ben en de journaliste Ashley, die midden in een sneeuwstorm neerstorten in een van de meest onherbergzame gebieden in de Rocky Mountains. De piloot is op slag dood en Ashley zwaar geblesseerd. Hoe zal Ben haar ooit naar de bewoonde wereld kunnen brengen? Martin schildert de verlatenheid, de afgrijselijke koude en tegelijkertijd de ontzagwekkendheid van de natuur bijzonder realistisch.
Daarnaast geeft hij zijn hoofdpersonen een diepere dimensie door Ben in de ik-vorm aan het woord te laten. Bijvoorbeeld wanneer hij bandjes inspreekt voor zijn vrouw met verslagen van de dagelijkse gebeurtenissen en flashbacks van hun huwelijk. Ashley staat op het punt van trouwen. Zij maakt door de kennismaking met Ben een persoonlijke ommekeer door die haar voor de rest van haar leven stempelt.
Met verrassend beeldend taalgebruik bouwt Martin zijn thema’s uit: hoop en onvoorwaardelijke liefde. Soms, zo schrijft Martin, gebeurt er zoiets onherstelbaars in je leven dat je verpletterd en versplinterd wordt. Zoals bij Ben. Hoop en liefde maken dat deze brokstukken, ontstaan door schuld en pijn uit het verleden, in de toekomst weer kunnen worden samengevoegd. Ze stellen je in staat tot vergeving. En dan is geen berg te hoog.
Over bergen heen, Charles Martin; uitg. Kok, Kampen, 2010; ISBN 978 90 435 18154; 351 blz.; € 21,50.