In december vorig jaar is vanuit Afghanistan de eerste grote partij militair materieel teruggekeerd; door de lucht naar Eindhoven en over zee naar Rotterdam en de Eemshaven. Met uitzondering van de munitie gaat het materieel naar het Militair Complex Coevorden waar het wordt omgepakt, ontmanteld en schoongemaakt.

Defensie heeft op dit moment in Coevorden tachtig mensen fulltime aan het werk om de voertuigen en apparatuur te ontdoen van een dikke laag zand en stof. Het meeste werk moet met de hand gebeuren. „Tijdrovend monnikenwerk”, aldus majoor Jan Venekamp van het Operationeel Ondersteuningscommando.

De meeste voertuigen zijn volgens het Ondersteuningscommando in redelijk goede staat. De voertuigen hebben wel te lijden gehad, maar 95 procent kan rijden, aldus Venekamp. Het rollend materieel krijgt in Coevorden een eerste inspectiebeurt.

In totaal moet defensie moet zo’n vierduizend zeecontainers vervoeren. Elke container is voorzien van een transponder en kan zo nauwgezet worden gevolgd. Overigens is nog lang niet al het materieel terug in Nederland; het transport wordt gefaseerd uitgevoerd. Van het rollend materieel is op dit moment 30 procent terug, van de verbindingsapparatuur de helft.

Defensie laat met het oog op een eventuele nieuwe missie een deel van het materieel achter in Kandahar en Tarin Kowt, de voormalige Nederlandse basis in Uruzgan.