Beeld Willem van Oranje
De stad Delft krijgt binnenkort een beeld van prins Willem van Oranje. Daarmee lost Delft een ’schuld’ aan de geschiedenis in. Want de stad waar de Vader des Vaderlands in 1584 werd vermoord, bezat tot dusver geen beeld van de man die aan de wieg van de huidige Nederlandse staat heeft gestaan. Het beeld komt in het Prinsenhof te staan, in de tuin van het gebouw. Het wordt een modern, levensgroot beeld, figuratief en in brons gegoten.
De Landelijke Prins Willem I Herinneringsstichting zit achter het initiatief van het unieke beeld. „Men is er zeer gecharmeerd van”, verklapt de vice-voorzitter van de stichting, professor C. A. Tamse, doelend op het gemeentebestuur van Delft en de directeur van het Prinsenhof.
De Landelijke Prins Willem I Herinneringsstichting komt voort uit het levenswerk van dr. E. Nordlohne, voormalig parlementair verslaggever bij NRC Handelsblad en later voorlichter en raadsadviseur bij het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Nordlohne voelde zich nauw betrokken bij de parlementaire politiek van Nederland. In 1984 zat hij in de commissie die overal in het land herdenkingen organiseerde over prins Willem van Oranje. Dit in het kader van het feit dat deze 400 jaar eerder werd vermoord. Uit hoofde van die functie woonde Nordlohne tal van bijeenkomsten bij.
Op die manier ontstond bij deze man de gedachte na zijn dood uit zijn nalatenschap een stichting te laten ontstaan die het erfgoed van Willem de Zwijger visueel in herinnering zou brengen. Als gebaar aan het Nederlandse volk. Toen Nordlohne in 1999 overleed, kwam de stichting dan ook via Nordlohnes testament tot leven, vertelt prof. Tamse. De stichting heeft twee grote opdrachten. Ten eerste moet prins Willem van Oranje in de herinnering van alle Nederlanders worden gehouden door middel van beelden van de prins in openbare ruimten. In de tweede plaats moet het beeld een creatie van een levende kunstenaar zijn.
Willems recentste beeld tot nu toe staat in zijn geboorteplaats Dillenburg in Duitsland en werd in 2000 ontworpen door Eva Broschek. Ook dit beeld kwam door toedoen van de herinneringsstichting tot stand. Delft mag echt een achtergebleven stad heten als het om prins Willem van Oranje gaat. Diens vierde echtgenote, Louise de Coligny, moest tot lang na de dood van haar man in 1584 lobbyen bij de Staten-Generaal voordat er een graf voor hem kwam in de Nieuwe Kerk. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het Prinsenhof gerestaureerd. Men kende de fameuze trap met de kogelgaten, maar een beeld van De Zwijger was er nog niet. Dat grote moment breekt dus eind juni aan, wanneer de stichting het beeld als cadeau overhandigt aan de gemeente Delft.
De Friese kunstenaar Auke Hettema vervaardigt het beeld, dat spoedig in het Prinsenhof zal prijken. Hij wist zich gebonden aan een opdracht van Nordlohne, die liefhebber van de beeldhouwkunst was. Een bepaling in de nalatenschap schrijft voor dat de monumenten een herkenbare afbeelding van het gelaat van Willem van Oranje moeten zijn. Auke Hettema was voor Nordlohne geen vreemde. Hij maakte voor hem een portretkop van prins Willem van Oranje die nu in het kasteel van Luxemburgse Vianden hangt. Ook is Hettema bekend van het beeld van Hugo de Groot voor het stadhuis van Rotterdam.
Het beeld wordt bewust niet op 10 juli onthuld, de dag dat Balthasar Gerards zijn dodelijke wapen richtte op de prins. „Het is geen funerair beeld”, verklaart Tamse, die in dagelijks leven geschiedenis van de Nederlandse politieke cultuur doceert aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Het is een levensecht beeld en daarom zeer geslaagd.” Meer wil hij niet verklappen.
Tamse licht nog wel even toe dat men in de nalatenschap van Nordlohne een bijzonder briefje vond met een tekst van Paulus: Ik heb de goede strijd gestreden en het geloof behouden. „Ik vermoed dat Nordlohne in Willem van Oranje niet alleen een inspirerend staatsman zag. Hij beschouwde hem ook persoonlijk als een groot voorbeeld. Zelf was Nordholt liberaal en moet hij Oranje op merites als gewetensvrijheid en geloofsvrijheid hebben beoordeeld. Daar komt bij dat hij de prins als een persoonlijkheid zag, die door het leven gelouterd was. Door de groei door het leven heen, met veel tegenslagen, was de prins overeind gebleven. Dat hij door zijn Godsgeloof die strijd heeft gewonnen, is duidelijk. Nordlohne heeft wellicht ook zijn eigen leven als een goede strijd beschouwd.”
Hoewel de strijd van Nordlohne een andere dan die van Willem van Oranje was, zijn er raakvlakken. Na zijn pensionering gaf Nordlohne taalles aan allochtone kinderen. Hij wilde die koste wat kost de verworvenheden en de waarden van de Nederlandse cultuur bijbrengen die hij bij Willem van Oranje had aangetroffen.
Agenda
Koningin Beatrix brengt op dinsdagmiddag 20 mei in De Marne (Groningen) een werkbezoek aan het oefendorp Marnehuizen van de Koninklijke Landmacht. Tijdens het bezoek aan het oefendorp laat de Koningin zich informeren over het werk en de ervaringen van de 11e Air Manoeuvre Brigade van de Koninklijke Landmacht, die deel uitmaakt van de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan.
Op woensdag 21 mei is de Koningin in Diemen aanwezig bij de officiële opening van de nieuwbouw van de Werkvoorziening Regio Amsterdam. Deze instantie is in Amsterdam en Diemen uitvoerder van de Wet sociale werkvoorziening.
Vrijdag 23 mei brengt koningin Beatrix een streekbezoek aan de Gooi- en Vechtstreek. Zij zal achtereenvolgens de volgende gemeenten en plaatsen bezoeken: Muiden, Weesp, Wijdemeren (de plaatsen Nederhorst den Berg, ’s-Graveland en Loosdrecht), Blaricum en Laren. De Koningin wordt om 9.45 uur bij de Kazerne te Muiden in de provincie verwelkomd door de commissaris van de Koningin in Noord-Holland, mr. H. C. J. L. Borghouts. Tijdens een vaartocht van Muiden over de Vecht naar Weesp met salonboot De Lelie krijgt de Koningin een toelichting op het restauratieplan voor de Vecht van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. In Weesp bezoekt de Koningin verpleeghuis Hogewey, waar de demente bewoners leven in vijftien woongroepen die zijn geordend naar zeven verschillende leefstijlen. Na een lunch in restaurant Berestein te ’s-Graveland bezoekt de Koningin in Loosdrecht Scherpel Jachtwerf, bouwer van onder meer luxe motorvletten en sloepen. In Blaricum krijgt de Koningin in de Historische Kring uitleg over het agrarisch verleden van het dorp en spreekt zij met enkele van de laatst overgebleven jonge Blaricumse agrariërs. In Laren bezoekt zij in sociaal-cultureel centrum De Warrekam onder meer het Kinderkookcafé. Het streekbezoek wordt om 16.30 uur afgesloten in College De Brink te Laren, school voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in onder andere de sectoren bouw, economie en verzorging.