Binnenland

Smal pad voor Van Aartsen

Als fractievoorzitter van de VVD loopt Jozias van Aartsen (55) de komende jaren op eieren. Aan de ene kant wordt van hem verwacht dat hij het liberalisme onafhankelijk gezicht geeft, aan de andere kant moet hij het kabinet loyaal door de winter van koude sanering helpen.

Peter van Olst
16 May 2003 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 00:19
DEN HAAG - Zalm (l.) en Van Aartsen donderdag voor aanvang van de VVD-fractievergadering in het Tweede-Kamergebouw in Den Haag. Van Aartsen volgt Zalm op als fractievoorzitter van de VVD. - Foto ANP
DEN HAAG - Zalm (l.) en Van Aartsen donderdag voor aanvang van de VVD-fractievergadering in het Tweede-Kamergebouw in Den Haag. Van Aartsen volgt Zalm op als fractievoorzitter van de VVD. - Foto ANP

Het dilemma van elke voorzitter van een coalitiefractie geldt in dubbele mate voor Van Aartsen. Geheel tegen de liberale traditie in zit de gisteren gekozen VVD-leider Zalm straks in het kabinet. Als vice-premier verwacht Zalm van zijn tweede man in het kabinetsbelang een constructieve opstelling. Partijvoorzitter Eenhoorn riep de fractie daartoe vrijdag ook op.

Tegelijkertijd herinnert zich iedere VVD’er hoe het afliep met oud-partijleider Dijkstal, die als fractievoorzitter te lang loyaal bleef aan het tweede paarse kabinet. Officiële partijdocumenten melden dat de VVD onder hem te weinig herkenbaar was, en dat die misser mede bijdroeg aan het electorale succes van Pim Fortuyn.

Van Aartsen lijkt de juiste man om het smalle pad tussen loyaliteit en onafhankelijkheid te bewandelen. Zalm had liever zijn vice-fractievoorzitter De Grave, oud-minister van Defensie, promotie laten maken. Volgens ingewijden maakt hij zich enigszins ongerust over de eigenzinnigheid die Van Aartsen zo nu en dan aan de dag legt.

Partijcoryfee Wiegel is om diezelfde reden juist verheugd om de keus voor Van Aartsen. Wiegel kent hem nog uit de tijd dat hijzelf VVD-leider was en Van Aartsen zijn rechterhand; begin jaren ’70. Van Aartsen doorliep daarna een glansrijke carrière die alles bood waar een fractievoorzitter zijn voordeel mee kan doen.

Zo was Van Aartsen van 1974 tot 1979 directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. Nadien begon hij op het ministerie van Binnenlandse Zaken als chef de bureau secretaris-generaal. In 1983 promoveerde hij tot plaatsvervangend secretaris-generaal, in 1985 tot secretaris-generaal.

In 1994 maakte Van Aartsen de overstap naar de politiek. Als minister van Landbouw was hij in het eerste paarse kabinet redelijk succesvol. Dat leverde hem in het tweede paarse kabinet het felbegeerde ministerschap van Buitenlandse Zaken op. Volgens veel commentatoren ging dat minder en maakte Van Aartsen grote blunders. In elk geval botste Van Aartsen eenmaal opvallend hard met premier Kok.

Weinigen aan het Binnenhof hadden in die tijd veel gegeven voor de politieke toekomstkansen van Van Aartsen. Maar als ’gewoon’ kamerlid maakte hij sinds vorig jaar indruk, niet alleen door zijn motivatie, maar ook door zijn kwalitateit en scherpte in debatten. Dat leverde hem veel krediet op binnen zijn eigen fractie.

Volgens Van Aartsen is de vraag niet aan de orde of hij nu ook kandidaat is om Zalm in de toekomst op te volgen als partijleider. Het is onduidelijk of hij dat ambieert - zijn carrière vertoont echter nergens een gebrek aan ambitie. Bovendien wordt Van Aartsen nog steeds voor een deel gedreven door revanche. Hij vindt dat zijn vader als ARP-minister van Verkeer en Waterstaat in de jaren ’60 onterecht werd afgebrand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer