Gelovigen Eritrea en Laos opgepakt
ASMARA – In Eritrea en Laos zijn vorige week meer dan veertig christenen om hun geloofsovertuiging gearresteerd. Dat meldde de International Christian Concern (ICC), een Britse organisatie die christenvervolging wereldwijd in kaart brengt, vrijdag.
Dertig deelnemers aan een gebedsbijeenkomst werden vorige week zondag in de Eritrese hoofdstad Asmara opgepakt. Dinsdag werd een christen gevangengezet. Allen waren lid van de evangelische Philadelphiakerk.
In Eritrea worden christenen uit de niet-traditionele kerken als staatsvijanden gezien. Zo’n 2200 christenen zitten volgens ICC op grond van hun geloof nog vast in politiebureaus, militaire kazernes of in vrachtcontainers. Vaak verkeren ze in erbarmelijke omstandigheden.
De gevangengenomen christenen zijn zowel protestanten als rooms-katholieken. Sinds 2002 worden in het Afrikaanse land alleen de Orthodoxe Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk, de Lutherse Kerk en de islam erkend. De regering houdt zich actief bezig met kerksluitingen en verbiedt privébijeenkomsten.
Van de ongeveer 5,7 miljoen inwoners van Eritrea is volgens een recent ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken 50 procent moslim, 30 procent lid van de Eritrese Orthodoxe Kerk, 13 procent rooms-katholiek en behoort 5 procent tot kleinere religieuze groeperingen, waaronder protestantse kerken.
De Nederlandse overheid schat het aantal evangelische christenen op zo’n 20.000. Voor hen en anderen is de mensenrechtensituatie in Eritrea „onverminderd zorgelijk. Wie in het openbaar of zelfs thuis gesnapt wordt, wordt opgepakt, mishandeld en onder druk gezet om zijn/haar geloof op te geven.” Buitenlandse Zaken citeert uit de ranglijst van christenvervolging, samengesteld door Open Doors. Daarop nam Eritrea vorig jaar elfde plaats in van de landen die christenen het meest vervolgen.
Het regime in Eritrea zou christenen folteren en mishandelen, in een poging om hen afstand te laten doen van hun geloofsovertuiging. In een aantal gevallen zouden deze mishandelingen tot de dood hebben geleid. Een groot aantal opgepakte christenen werd naar verluidt gedwongen, als voorwaarde voor hun vrijlating, een verklaring te tekenen waarin zij hun geloof herroepen en beloven terug te keren naar de Eritrese Orthodoxe Kerk.
„Inbreuken op politieke en civiele vrijheden, zoals bijvoorbeeld een vrijwel ontbrekende persvrijheid, gevangenhouding van oppositieleden en vervolging van religieuze minderheden, onderstrepen dat aandacht voor de mensenrechten nodig blijft”, aldus Buitenlandse Zaken in september.
In het Aziatische land Laos werden dinsdag elf christenen door bewapende veiligheidstroepen in verzekering genomen. Acht van hen zijn weer op vrije voeten, van wie twee kinderen van vier en acht jaar. Drie gemeenteleiders blijven vastzitten. Ze worden ervan beschuldigd een geheime vergadering te hebben georganiseerd. De drie zijn de pastores Wanna uit het dorp Nakoon, Chanlai uit Tonglar en Kan uit Nahin in de provincie Khammouan.
Wanna had de autoriteiten in december ervan op de hoogte gesteld dat in zijn huis woensdag het kerstfeest gevierd zou worden. Die datum lag in lijn met de periode tussen 5 december en 15 januari waarin de officiële kerk in Laos, de Laos Evangelical Church, het kerstfeest viert.
Op de avond van 4 januari kwamen enkele vrachtwagens voorrijden, waaruit zwaarbewapende politietroepen sprongen. Ze arresteerden de elf, die in stilte bijeen waren, omdat ze een geheime bijeenkomst zouden houden. In Khammouan is in de laatste twee jaren sprake van een sterke groei van het aantal huisgemeenten. Wanna werd al eerder, in mei, vastgezet. Hij moest een heropvoedingsprogramma ondergaan.
Van de 6,8 miljoen inwoners van Laos is 61 procent boeddhist, 31 procent aanhanger van traditionele religies, 3 procent christen en 1 procent moslim.