Het zijn niet alleen de Joden aan wie het voorbeeld van de bekering van de mannen van Ninevé is nagelaten. Het gebeurde wel tot hun waarschuwing in het bijzonder, voor de onbekeerde tot rechtvaardiging van Gods oordeel dat ook over de Joden is gekomen. Doch ook ons, op wie de einden der eeuwen gekomen zijn, is dit tot een waarschuwing. Indien wij de gedreigde toorn van God willen ontvluchten en wij ons nog tijdig mochten bekeren, wie weet, God mocht zijn brandende grimmigheid nog afwenden.Wat zou het groot zijn als wij ons, evenals de inwoners van Ninevé, op de prediking van Jona op gelijke wijze zouden vernederen voor de Heere met vasten, bidden en bekeren.

Doch niet alleen de predikanten moeten dit roepen, ook de overheden die het bestel van de uiterlijke godsdienst is aanbevolen. Omdat zij de vaders van het vaderland zijn, is het noodzakelijk dat zij een boete- en bededag uitroepen om de toorn van God te stremmen en land en volk te behouden. Zoals de overheden in het verleden in oorlogstijden de predikanten verzochten om bij boete- en bededagen tevens vurig tot God te bidden om vergeving van ’s lands hooggaande zonden, als de enige oorzaak van zoveel rampen en ellende.

De bekering alleen is het vereiste en voorgeschreven middel waardoor men Gods toorn kan ontvluchten.

Schrijver onbekend Johan Hofman (vertaler) (Boetprediking, 1717)