Popmuzieklezing Jij daar! veroorzaakt ophef
Snoeiharde muziek, hitsige beelden, satanische teksten én woorden uit de Bijbel. De nieuwe popmuzieklezing van de stichting Jij daar!, gemaakt door een team vrijwilligers, veroorzaakt veel ophef. Naast waardering voor de heftige confrontatie is er ook kritiek. Presentator Koos de Jong blikt terug en vooruit.
Hij heeft twee moeilijke weken achter de rug. De lezingen zelf –in Doorn en Apeldoorn zijn ze geweest, vanavond is Veenendaal aan de beurt– en de reacties erop hebben hun weerslag op De Jongs lichamelijke en psychische gesteldheid. „Ik ben helemaal kapot, lig zestien uur per dag op bed. Ik heb afgelopen jaar drie sterfgevallen in m’n familie meegemaakt, maar dit grijpt me meer aan.”
De Jong (52) weet de reden. „Doordat ik ADHD heb, komt alles heel heftig bij me binnen. De commotie raakt me diep. Ik sta bekend als iemand met een grote mond, maar ik ben vanbinnen heel kwetsbaar. Ik praat veel met de Heere, de hele dag door. Dat houdt me op de been. Samengevat: God is groot, Koos is klein. En dat moet vooral zo blijven.”
De overvloedige media-aandacht voor de popmuzieklezing heeft De Jong verbaasd. „Ik heb anderhalve dag alleen maar interviews gegeven; tot en met een krant in België toe.” Soms werd hij flink in de maling genomen. Zo zond het omstreden tv-programma PowNews een interview uit waarbij door De Jong geciteerde schunnige woorden uit popteksten eindeloos werden herhaald alsof het zijn woorden waren. „We hebben een tegenreactie op internet geplaatst; het filmpje is inmiddels 80.000 keer bekeken.”
Hoe kijkt u terug op de bijeenkomsten in Doorn en Apeldoorn?
„Het waren indrukwekkende avonden. Vanwege de grote toeloop, maar vooral door de mega-impact die de lezing blijkt te hebben op harten van jongeren én ouderen. Hoe ik dat weet? Door de vele gesprekken en mails.”
De inhoud van de reacties varieert sterk, zegt De Jong eerlijk. „Een jongen uit Apeldoorn schreef dat hij na de lezing alle popmuziek van z’n computer heeft gegooid en dat het voelde alsof hij van een last werd bevrijd. Maar ik heb ook m’n nichtje gesproken, een zeer behoudend meisje. Ze was geschokt door wat wij in de presentatie laten zien over Lady Gaga, maar ze is niet gestopt met luisteren. Dan denk ik: Hoe kán dat? Die vraag houdt me bezig.”
Uit onderzoek blijkt dat 90 procent van de reformatorische jongeren naar popmuziek luistert. Kunt u dat verklaren?
„Popmuziek luisteren is het gevolg van iets. Dat iets is dat jongeren de Heere Jezus niet persoonlijk kennen. Dus wat is nodig? Bekering. Ik zou dat wel van de daken willen schreeuwen.”
Jij daar! kiest in de popmuzieklezing bewust voor de confrontatie. Jongeren krijgen opzwepende muziek, hitsige beelden en satanische teksten te horen en te zien. Moet je je hoofd in de vuilnisbak steken om te weten dat het daar stinkt?
„Dat verwijt wordt ons gemaakt, maar ik vind het een simpel verwijt. Waarom steekt 90 procent van de refojongeren z’n hoofd in de vuilnisbak? Omdat ze de verderfelijke geur niet meer ruiken. Daarom willen wij ze ermee confronteren. Dat doen we zorgvuldig. We laten echt niet alles zien en horen wat er in de popwereld te koop is. De videoclips gaan niet verder dan nodig is. We beperken ons tot de top 40 en laten de hele wereld van de rock- en hardcoremuziek achterwege. In de presentatie zit 15 minuten aan clips over het ontstaan van popmuziek en 32 minuten over de hedendaagse popcultuur. Dat is bij elkaar opgeteld minder dan één lesuur op school.
Daarnaast laten we deze avonden heel bewust de geur van Christus ruiken door steeds de boodschap van de Bijbel ernaast te zetten. Vraag het de jongeren: Wie wie heeft er deze avond geschitterd? Jij daar!, Koos de Jong, het rijk van de duisternis of het Rijk van God? Ik ben niet bang voor het antwoord.”
Een meisje zei in deze krant dat ze na de presentatie eerst ging bidden om vergeving voor wat ze gehoord en gezien had.
„Zij doet precies wat ze moet doen. Zo’n meisje heeft een ontwaakt geweten. Ik vind het niet terecht dat ons wordt verweten: wat hebben jullie haar aangedaan? Iedereen komt hier vrijwillig. We hebben van tevoren duidelijk aangegeven dat het een heftige presentatie zou worden. We zien in de reacties precies terug wat we verwacht hadden. Ouders met jonge kinderen en opa’s en oma’s vinden de presentatie te heftig. Maar ik denk ook aan die conciërge van een reformatorische school die veel met jongeren omgaat. Hij zei na afloop: Het is in werkelijkheid nog drie keer erger dan wat we vanavond gehoord en gezien hebben. En iemand anders zei: Deze lezing komt 28 jaar te laat.”
Is de confrontatie de enig juiste methode?
„Natuurlijk niet. Gesprekken met jongeren, thuis, op school en in de kerk, zijn minstens zo belangrijk. En niet te vergeten het gebed. Ik zeg tegen jongeren: Bid God om bekering en vraag erbij: Heere, wilt U mij een andere muzikale smaak geven? Daarnaast roep ik muzikanten in christelijke kring op met een verantwoord alternatief te komen. Sla de handen ineen. Jij daar! denkt er zelf aan om grotere muzikale bijeenkomsten in het land te organiseren.”
Wat drijft u om zo intensief met jongeren en popmuziek bezig te zijn?
„Het grijpt mij aan dat jongeren eerlijk zeggen dat ze zich meer herkennen in popmuziek dan in de preek van zondag. Ze vinden het kennelijk niet bekoorlijk om christen te worden.”
Hoe verklaart u de grote toeloop, ook op andere avonden van Jij daar!?
„Eigenlijk doen we niets bijzonders. We huren een schoolgebouw met een kille, zakelijke aula, nodigen een spreker uit, zingen psalmen en eenvoudige geestelijke liederen en brengen een radicale boodschap. Niet iets waar jongeren hard voor lopen, zou je zeggen. Toch wel. Misschien heeft het te maken met onze aanpak. Die vat ik samen met het woord aas. Een visser heeft goed aas nodig, anders vangt hij niets. Dat geldt ook voor ons. Aas staat bij ons voor: we zijn aardig voor elkaar, we geven elkaar aandacht en we nemen elkaar serieus. Iedereen krijgt bij binnenkomst een hand. Er zijn nieuwe jongeren die bij wijze van spreken alleen al vanwege die hand de volgende keer terugkomen.”
Jij daar! wordt in reformatorische kring met argusogen bekeken. Jongeren zouden het geloof aangepraat krijgen.
Fel: „Onzin! Jij daar! leeft bij de drie grote waarheden van de Bijbel: er is niemand die God zoekt, het is de Vader Die zondaars trekt, en: bekeert u! Veel jongeren die onze avonden bezoeken, lopen met de vraag: Hoe kom ik tot Christus? Over de scheuring in de Hervormde Kerk hoor ik ze niet, maar dáár wel over. Wat is er mis in de kerken dat zo veel jongeren met deze vraag naar een buitenkerkelijke organisatie gaan? Eigenlijk is het een schande dat Jij daar! bestaat. Jongeren zouden met deze vragen in hun eigen kerk terecht moeten kunnen. Wat ze missen in hun omgeving zijn leesbare brieven van Christus.”
Uw soms controversiële optreden en uitlatingen wekken ook de nodige argwaan.
De Jong grijpt naar de Bijbel, bladert in het boek Koningen. „Hier lees ik over Elia op de Karmel. Hij spotte met de Baälspriesters, tartte ze. Zo ver ga ik nog lang niet. Natuurlijk ben ik geen Elia, maar de Bijbel is mij wel gegeven als voorbeeld. Ik lees elke dag een stukje in een oudvader: Bunyan, Smytegelt. De Heere Jezus spat ervan af. Het is misschien niet handig van me het zo te zeggen, maar waar zijn deze heldere getuigenissen in onze tijd? Waar zijn de ouderen die niet boven, maar naast, ja onder jongeren durven te gaan staan en in hún taal durven te getuigen? Laat iedereen alsjeblieft Koos de Jong vergeten. Het gaat niet om mijn naam, maar om die ene Naam.”
„Ga een niveau dieper”
Ds. P. C. van Keulen uit Hoogblokland bezocht de presentatieavond voor ambtsdragers op zaterdag 11 december. Hij oordeelt positief over de poplezing. „De opbouw is goed. Na elke videoclip gaat de Bijbel open en krijgen jongeren te horen wat God ervan vindt. Steeds wordt het zwaard van de Geest gebruikt tegen de geestelijke boosheden in de lucht. De lezing is concreet, expliciet. Dat hebben jongeren nodig. Ze horen en zien in werkelijkheid al veel meer. Voor ouderen is het goed te weten hoe de boze via allerlei kanalen het leven van jongeren binnenstroomt.”
Dat de vuilnisbak bewust opengaat, is volgens de hervormde predikant nodig. „Als je het deksel erop houdt, weet je niet waar de stank uit voortkomt. Jongeren willen weten waarom iets verkeerd is. Dan moet je ze ermee confronteren.” Voor ds. Van Keulen zijn kinderen niet snel te jong om de confrontatie aan te gaan. „Ik geef les in groep zeven en acht op een openbare basisschool. Deze kinderen kunnen mij al heel wat vertellen over popmuziek.”
Ook ds. A. Th. van Olst uit Utrecht bezocht de presentatieavond. „De intentie van Jij daar! waardeer ik. Ze willen jongeren dringend oproepen de Heere met heel je hart te dienen en tegen álle zonden te strijden.” Hij heeft de bijeenkomst als „een goedbedoelde schoktherapie” ervaren. In gesprekken daarna met zijn catechisanten viel hem op dat ook zij de getoonde videoclips verkeerd vonden. „Ze waren echter van mening dat de popmuziek waar zij zelf naar luisteren niet onder het oordeel van de Jij daar!-presentatie valt. Ze misten de nuance.”
De christelijke gereformeerde predikant heeft een aantal suggesties voor het vervolg. „Ga een niveau dieper. Als je zegt dat je zonder de tekst te begrijpen en de clips te zien toch wordt beïnvloed als je naar Radio 538 of Q-music luistert, waar baseer je dat op? Tijdens de presentatieavond werd gevraagd of de heftigste clips wel getoond moesten worden. Wat wil je met vrijwel naakte dames op het scherm bereiken? Ik denk dat het effectiever is de meer ‘geaccepteerde’ popmuziek te ontmaskeren. Het ging mij soms te ver en het was voor het geheel van de boodschap niet nodig. De volgende lezing mag van mij meer de huidige popmuziekcultuur doorlichten: informatief, doortastend, ontmaskerend én genuanceerd.”