Stevige taal over popmuziek veel te simplistisch
Mensen die beweren dat de satan huist in popmuziek (RD 28-12) hebben een veel te simpele voorstelling van de vorst der duisternis, betoogt S. M. W. Bezemer.
Op geregelde tijden steekt de discussie over popmuziek in onze gelederen de kop op. Wat dat betreft heeft dit onderwerp wel iets weg van de griep. Ineens is het er weer en maakt iedereen zich zorgen.
Laat ik vooropstellen dat ik weinig op heb met popmuziek. Muzikaal gezien is het genre armoe troef. De grote populariteit dankt zij aan haar simpele formule, die tevens haar toegankelijkheid verklaart. Het eenvoudige coupletlied met refrein vormt nog altijd de basis van deze vorm van amusement. Harmonisch en melodisch toont zij nauwelijks enige inventiviteit, maar dat terzijde.
Medicijn
Waar het in de discussie steeds weer over gaat is de vraag of popmuziek een slechte invloed heeft op de mens en dan gaat het hier bij uitstek om de jongere. Merkwaardig dat ik die vraag niet tegenkwam bij de discussie die indertijd over drankmisbruik onder onze lieve jeugd werd gevoerd. Drank is slecht, tenminste als je er te veel van gebruikt, maar geen enkele predikant of jeugdwerker durft het aan om te zeggen: Drink geen druppel, want de meesten onder hen bedienen zich (zo af en toe) van een glaasje. Wij schuiven zelfs de apostel Paulus naar voren, die het drinken van „een weinig wijn” als medicijn aanbeveelt (1 Tim. 5:23). Overigens hanteren de baptisten in de voormalige Sovjet-Unie een strikt alcoholverbod omdat zij vinden dat je als christen in hun samenleving een voorbeeld dient te stellen.
Generaal
Omdat de strijders tegen popmuziek de satan tot generaal van het poplegioen benoemen, krijgt het onderwerp iets onbeweeglijks. Want onder zulke zware woorden worden we allemaal even stil. En als je goed kijkt naar sommige posters, uitmonsteringen van popsterren en hoorbare uitingen ben je haastig geneigd deze strijders gelijk te geven. De vraag is in hoeverre zij echter het gelijk aan hun kant hebben en zo ja, of deze constatering iets bijdraagt tot de bestrijding van het verschijnsel op zich.
Ik ben geneigd beide vragen ontkennend te beantwoorden. Vooropgesteld dat satanische teksten en presentaties bij sommige populaire soorten popmuziek voorkomen, hoeft zulks nog geen argument te zijn om popmuziek als geheel tot het rijk van de satan te rekenen. Er zijn talloze voorbeelden aan te dragen van popteksten die gaan over onschuldige goedbedoelde onderwerpen. Zelfs wereldverbeteraars kiezen popmuziek als transportmiddel om jongeren te bereiken.
Ik kan me dan ook levendig voorstellen dat veel jongeren uit onze kring door de afwijzende bejegening van popmuziek zich gekwetst en onbegrepen voelen. Wanneer ik de berichtgeving over onze jongeren in deze krant volg dan valt het mij op hoe positief en vol goede idealen ze in dit leven staan, soms tot schamens toe: zo was ik vroeger niet.
Herkauwen
Het valt mij overigens op dat de ‘jeugdzorgen’ in onze kring altijd worden afgehandeld in negatieve zin. Wanneer wordt er nu eens gewezen op praktische handreikingen om de vermeende euvels preventief aan te pakken? Wie schiet er nu op met het herkauwen van waarschuwingen. We weten toch al lang dat ‘de jeugd van tegenwoordig’ lak heeft aan onze opgeheven vinger. Ze hebben hun keuzes al lang gemaakt voordat wij erachterkomen dat er iets voor hen te kiezen valt.
Opvoeding begint niet met waarschuwen. Peuters en kleuters verbieden we, want die weten niet wat goed of slecht voor ze is. Intussen geven we ze zelf het goede voorbeeld, hoop ik. Basisschoolkinderen zijn in voor alles, als het maar op een motiverende manier gebracht wordt. Dus ook goede muziek.
Er bestaan tegenwoordig prima methodes en handleidingen om kinderen de mooie dingen van muziek te laten ontdekken. Helaas ben ik in mijn onderwijsloopbaan nauwelijks ouders tegengekomen die daarin geïnteresseerd waren. Expressievakken? Franje, kun je net zo goed afschaffen, laat ze hun tijd maar aan taal en rekenen besteden! Ja vooral rekenen, dat heb je nodig in het leven, muziek, daar koop je niets voor. VVD en PVV roepen overigens hetzelfde.
Mensen die beweren dat de satan huist in popmuziek hebben een veel te simpele voorstelling van de vorst der duisternis. De satan zit niet in drank, seks of popmuziek, maar huist in ons materialisme, ons streven naar bezit. Zolang de strijd tegen die onhebbelijkheid niet centraal staat in ons leven, vrees ik voor de jeugd van vroeger, nu en toekomst.
De auteur is voormalig muziekdocent aan Driestar Educatief.