Jodenhaat neemt weer gruwelijke vormen aan
De gruwelijke aanslag op koptische christenen in Alexandrië tijdens de jaarwisseling is waarschijnlijk niet toe te schrijven aan moslimterroristen, maar aan een zionistische samenzwering die de nationale eenheid van Egypte beoogt te verbreken. Het is zelfs niet uitgesloten dat al-Qaida inmiddels onder controle van Israël staat.
Nonsens? Klinkklare onzin? Niet volgens Essam El-Irian, seniorlid van de radicale Moslimbroederschap in Egypte – en velen met hem. Dr. Yusuf al-Qaradawi bijvoorbeeld, een invloedrijke Egyptische geleerde, beweerde deze week eveneens dat de Mossad achter de aanslag in Alexandrië zit.
El-Irian wordt geciteerd in de jongste nieuwsbrief van Yochanan Visser, als onderzoeker verbonden aan Missing Peace in Jeruzalem. Deze organisatie stelt zich ten doel de al verder toenemende „demonisering” van Israël en het Joodse volk een halt toe te roepen door „berichtgeving aan te vullen en te corrigeren.”
Jodenhaat, antisemitisme, het tiert welig in Egypte én de Arabische wereld als geheel. In Saoedi-Arabië, bijvoorbeeld, worden de frequente stroomstoringen toegeschreven aan de „zionisten”, aldus Visser.
Nieuw is dit allemaal niet. Vijf jaar geleden publiceerde dr. Hans Jansen (niet de arabist) het boek ”Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme” (uitg. Groen, 1047 blz.). Daarin toont hij met behulp van een overvloed aan materiaal aan dat nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid „een hele beschaving de Jood en zijn land in honderden kranten dag in dag uit zo zwart gemaakt (heeft) gemaakt als nu in de Arabische wereld gebeurt.” Denkend in termen van kwaadaardigheid en venijn, aldus Jansen, „moeten wij concluderen dat de afbeelding van de Jood in de Arabische pers alles overtreft wat wij in de geschiedenis hebben gezien, inclusief de karikaturen die de nazi’s van de Jood maakten.”
In 2003, tijdens een debatbijeenkomst over ”het nieuwe antisemitisme” in De Rode Hoed in Amsterdam, constateerde –de in 2009 overleden– Midden-Oostendeskundige Michael Stein hetzelfde. Met vele voorbeelden liet hij zien dat de overgrote meerderheid van de (islamitische) Arabische wereld maar één ding op het oog heeft: de ondergang van Israël, liever gezegd: van de ”zionistische entiteit”.
Stein: „De middeleeuwse christen schreef de pestepidemieën toe aan de Jood. De moderne moslim doet exact hetzelfde – en betrekt daar tegenwoordig ook de Verenigde Staten nog bij. De Joden zouden de aids-epidemie hebben veroorzaakt, zouden groente en fruit vergiftigen. In soapseries gaat het over de leugenachtige, hebzuchtige Jood, met wie het niet mogelijk is vrede te sluiten.”
Antisemitisme is een altijd sluimerende bacterie, aldus de voormalige NRC-journalist, „zeker in tijden van crisis. Zelfs als de Arabische overheden nú zouden ingrijpen, zouden ze de geest niet meer in de fles kunnen terugstoppen. En de desastreuze gevolgen daarvan zullen we allemaal merken.”
Maar ook in het –christelijke– Europa nemen de anti-Israëlgevoelens –beter: neemt de Jodenhaat– de laatste jaren weer onrustbarend toe.
Maart 2009. Het Israëlische tennisteam verslaat het Zweedse team in de kwartfinale van de David Cup, die gehouden wordt in de Zweedse stad Malmö. Er voltrekt zich vervolgens een verbijsterend spektakel. In het historische centrum van Malmö heeft een ware veldslag plaats tussen links-radicalen en moslims enerzijds en de massaal opgetrommelde politie anderzijds. Ondertussen vindt er vóór het stadion een demonstratie plaats van 6000 personen tégen Israël waaraan ook een aantal Zweeds parlementariërs aan deelnemen.
In de weken die voorafgingen aan de wedstrijd, had de gemeenteraad van Malmö de atmosfeer in de stad al zwaar vergiftigd. De raad had opgeroepen de wedstrijd te boycotten, als protest tegen de Israëlische aanval op Gaza begin 2009.
Gebeurtenissen als deze laten een veelzeggend beeld zien van het nieuwe antisemitisme. Links-radicalen en moslims, verenigd in hun afkeer van Israël, gingen zich in Malmö te buiten aan buitensporig geweld, terwijl de politiek het klimaat hiervoor feitelijk had rijp gemaakt. Alle betrokken partijen claimden dat hun acties niets van doen hadden met antisemitisme. Ze protesteerden slechts tegen de „agressieve politiek van de zionistische regering in Israël.” Tijdens de ongeregeldheden werden echter spandoeken en leuzen gebruikt die Joden gelijkstelden met Nazi’s en die Israël beschuldigden van het plegen van een „Holocaust” op de Palestijnen.
Wat onderstreepte dat het zogenaamde „anti-zionisme” van de demonstranten slechts een dekmantel was die hun feitelijke antisemitisme moest verhullen.
De gebeurtenissen in Malmö vorm(d)en slechts één van de vele antisemitische incidenten in Europa. Alleen al in de eerste zes maanden van 2009 telde het Simon Wiesenthal Center in de Verenigde Staten zo’n 600 gevallen in Engeland, 630 in Frankrijk en 100 in Nederland. Hetzelfde centrum constateert dat het jaar 2010 het grootste aantal antisemitische incidenten in Europa liet zien sinds de Tweede Wereldoorlog. In vrijwel alle landen van Europa worden synagogen en Joodse instellingen momenteel zwaar bewaakt.
Na het debacle van de Turkse ‘vrijheidsvloot’ die de isolering van de Gazastrook wilde doorbreken, vorig jaar, werd Europa opnieuw overspoeld door een golf van antisemitisch geweld en incidenten. In verschillende Europese staten riepen parlementariërs op Israëlische producten te boycotten. Vooral dit laatste geeft te denken: de NSDAP van Adolf Hitler begon begin jaren ’30 van de vorige eeuw haar campagne tegen de Joden met de actie ”Kauft nicht bei Juden”. Tien jaar later vond deze campagne haar voltooiing in de vernietigingskampen van Auschwitz.
Het nieuwe antisemitisme is geraffineerder dan het ‘traditionele’ antisemitisme, omdat het onder het mom van bescherming van de mensenrechten pretendeert slechts te ageren tegen de „agressieve politiek” van de staat Israël. Verschillende feiten en onderzoeken in 2010 weerspreken deze bewering echter.
In de eerste plaats maakt de huidige economische crisis duidelijk dat allerlei stereotype beelden over „de Joden” in Europa nog steeds springlevend zijn. Uit een recent onderzoek van de Anti-Defamation League (een Joodse organisatie die zich onder andere inzet om de „belastering” van het Joodse volk te bestrijden) blijkt dat 31 procent van de Europeanen de mening is toegedaan dat de economische crisis het gevolg is van de invloed van de Joodse lobby in de financiële sector.
Dit cliché werd onlangs nog eens pijnlijk onderstreept door de woorden van Seraphim, de orthodoxe aartsbisschop van het Griekse Piraeus. Tijdens een dertien minuten lang interview op MegaTV beweerde de aartsbisschop dat de Joodse lobby verantwoordelijk is voor de huidige Griekse financiële crisis. Seraphim stelde letterlijk „dat Adolf Hitler uiteindelijk een instrument was in de handen van de Zionisten en gefinancierd werd door de Joodse Rothschildfamilie.”
Als het gaat over heroplevende clichébeelden dienen ook de beruchte ”Protocollen van de Wijzen van Sion” en het ”bloedsprookje” te worden genoemd. ”De Protocollen van de Wijzen van Sion” is een boek dat eind negentiende eeuw verscheen en dat beweert een sinister plan te onthullen van de „zionisten” om de hele wereld te domineren. Onderzoek heeft uitgewezen dat de inhoud van het boek op verzinsels berust en dat het werd geschreven in opdracht van de Russische tsaar. In de Arabische wereld is het boek echter prominent aanwezig. In het beginselprogramma (charter) van de Palestijnse Hamas wordt er verschillende malen uitdrukkelijk naar verwezen.
Tijdens de laatste parlementsverkiezingen in Engeland bleek echter dat het boek ook nog steeds springlevend is in Europa. Mark Ellis, die zich kandidaat had gesteld in Sevenoaks, liet een verkiezingsbrochure verspreiden waarin uitgebreid werd geciteerd uit de Protocollen. De brochure sprak onder andere over „de symbolische slang, die alle Europese staten in een wurggreep houdt” – waarmee in de Protocollen de zionistische lobby wordt bedoeld.
Een korte rondgang op internet leert eveneens dat de ”Protocollen” momenteel heel goed worden gelezen. „Leest men de Protocollen, dan wordt er een verbijsterende profetische waarheid geopenbaard”, stelt een zekere Robin de Ruiter. Een vervalsing? „Niets is minder waar”, aldus De Ruiter.
Ook het bloedsprookje is een verzinsel uit de negentiende eeuw. Het sprookje beweert dat Joden christelijke kinderen ritueel slachten en vervolgens hun bloed gebruiken om het matzebrood te bereiden. Er gaat vrijwel geen week voorbij zonder dat Israël er op een van de vele Arabische satellieten van wordt beschuldigd Palestijnse kinderen te vermoorden om hun bloed te gebruiken tijdens het Joodse Pascha.
In Europa kreeg dit verhaal in 2009 een moderne versie. In augustus dat jaar publiceerde de vooraanstaande Zweedse krant Aftonbladet een uitgebreid, maar volstrekt ongefundeerd, artikel van de hand van Donald Bostrom. Hierin beschuldigde hij Israël ervan moedwillig Palestijnse kinderen te ontvoeren en te vermoorden om vervolgens hun organen te verkopen. Carl Bildt, de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken, weigerde pertinent het artikel te veroordelen. Bildt ging zelfs zover dat hij zich openlijk distantieerde van de Zweedse ambassadeur in Israël, die het artikel „schokkend en weerzinwekkend” had genoemd.
Het verhaal is sindsdien echter een eigen leven gaan leiden. Zo verschenen er berichten in de Algerijnse pers dat Interpol een „Joodse bende” had ontdekt die in Algerije kinderen ontvoerde om hun organen te verkopen. Allerlei Arabische satellieten, waaronder al-Jazeera, namen het bericht over als zijnde waar. In Arabische kranten verschenen cartoons waarin Israëlische soldaten als slachters werden afgebeeld die Palestijnse kinderen de keel doorsneden en hun lichamen leegroofden. In de Verenigde Staten hebben verschillende pro-Palestijnse bewegingen recentelijk de Verenigde Naties gevraagd een internationaal onderzoek in te stellen inzake de „Israëlische illegale handel in Palestijnse organen.”
De Malediven annuleerden vorige maand het bezoek van een groep van zeven Israëlische oogartsen die het Indira Ghandi Memorial Hospital op de Malediven zouden bezoeken. Dit nadat de Islamic Foundation scherp had geprotesteerd tegen het bezoek en artikelen op haar website begon te publiceren waarin Israëlische artsen ervan werden beschuldigd de organen te hebben geroofd van kinderen op Haïti, die stierven als gevolg van de aardbeving.
Bovenstaande voorbeelden maken duidelijk dat het oude antisemitisme, dat leidt tot een demonisering van de Joden wereldwijd, ook in Europa, nog niets aan kracht heeft ingeboet. Met name in Europa, waar het moeilijk is de Holocaust te ontkennen, neemt het nieuwe antisemitisme meer ingenieuze vormen aan.
Ter illustratie kan hier naar Duitsland worden verwezen. Op 9 november 2010 werd in Frankfurt de Kristalnacht van 9 op 10 november 1938 herdacht. Tot verbijstering van de Joodse gemeenschap in Duitsland had Petra Roth, burgemeester van Frankfurt, Alfred Grosser als gastspreker uitgenodigd. Grosser staat bekend om zijn anti-Israëlische standpunten en is auteur van het boek ”Van Auschwitz naar Jeruzalem”, waarin hij de Israëliërs vergelijkt met de Nazi’s. Ondanks alle protesten vond de lezing doorgang.
De vergelijking van Israëliërs met de Nazi’s past in de wereldwijd gevoerde tactiek om de staat Israël te delegitimeren. Deze strijd wordt gevoerd in zowel Europese rechtbanken als binnen internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en Unesco.
Op 12 februari 2003 besliste de Hoge Raad in België dat de toenmalige Israëlische premier Ariel Sharon terecht moest staan voor oorlogsmisdaden die in 1982 door de Libanese Phalangisten waren gepleegd in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatilla. Dit omdat Sharon indertijd minister van Defensie was. Sindsdien hebben Palestijnse organisaties en Europese mensenrechtenorganisaties talloze zaken aanhangig gemaakt tegen Israëlische politici voor met name Spaanse en Britse rechtbanken.
Vooral sinds 2009 valt er een sterke stijging waar te nemen van dit soort juridische processen. Veel Israëlische politici durven niet meer naar de EU te reizen omdat ze vrezen in Europa te worden gearresteerd.
Deze angst is volstrekt niet ongegrond. Zo vaardigden Britse rechtbanken in 2009 arrestatiebevelen uit tegen Tzipi Livni en Ehud Barak. Ondanks beloftes van de Britse minister-president Cameron is er tot op heden wezenlijk niets ten goede veranderd.
Ernstiger is de situatie in Spanje, waar arrestatiebevelen zijn uitgevaardigd tegen tientallen Israëlische politici en legerofficieren. Meermalen heeft Israël Spanje al verzocht zijn rechtssysteem op dit punt te herzien, maar zonder resultaat. Op 21 oktober 2010 trad de nieuwe Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Trinidad Jimenez in functie, die onmiddellijk verklaarde niets te zullen veranderen aan het beleid van het Spaanse gerecht om „oorlogsmisdaden” van Israëlische politici juridisch te vervolgen.
Veel van deze rechtszaken zijn gebaseerd op het rapport dat de Zuid-Afrikaanse oud-rechter Richard Goldstone na de Gazaoorlog van 2009 schreef in opdracht van de VN. In dit rapport wordt Israël ervan beschuldigd vooral Palestijnse burgers te hebben gedood.
De conclusies van Goldstone waren vooral gebaseerd op verklaringen van Hamas, die intertijd beweerde dat Israël slechts achttien Hamas-militanten had gedood. De rest van de slachtoffers waren onschuldige burgers. De conclusies van het Goldstonerapport werden overgenomen door de VN.
Enkele weken geleden echter verscheen er in de Arabische krant al-Hayat een interview met Fathi Hamad, de Hamas-minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens dit interview kreeg Hamad de kritische vraag voorgelegd of Hamas wel genoeg deed om Palestijnse burgers te beschermen tegen „de Israëlische agressie.” Het antwoord van Hamad was onthullend. Hij verwees naar de Gazaoorlog en verklaarde dat „Israël op de eerste dag van de oorlog 250 strijders van Hamas doodde, 200 tot 300 leden van de al-Qassambrigades en nog eens 150 leden van het beveiligingspersoneel. De rest waren burgers.”
De Hamas-minister geeft hier dus toe dat het overgrote deel van de circa 1000 slachtoffers die in de oorlog van 2009 vielen, Hamasstrijders waren. Dit stemt overeen met de Israëlische verklaring die stelt dat er tijdens de oorlog van 2009 709 militanten van Hamas werden gedood en dat er helaas ook 295 burgerslachtoffers waren gevallen. Goldstone verwierp de Israëlische verklaring destijds en baseerde zich op de cijfers van Hamas. Het interview met Fathi Hamad slaat met andere woorden het fundament weg onder het rapport van Goldstone.
Het jaar 2011 belooft vooral op de internationale tribune weinig goeds voor Israël. Ban Ki-Moon, de secretaris-generaal van de VN, kondigde onlangs aan dat de opheffing van het embargo van de Gazastrook en het ontmantelen van de Israëlische nederzettingen de „topprioriteit” zouden worden van de VN. Met geen woord sprak hij over de situatie in landen als Irak, Somalië of Darfur.
Verder zullen de Verenigde Naties op 21 september 2011 een speciale zitting houden om de resultaten van de Conferentie van Durban te evalueren. Tien jaar geleden hield de mensenrechtencommissie van de VN haar zitting in het Zuid-Afrikaanse Durban, waar Israël een „apartheidsstaat” werd genoemd en zionisme werd gelijkgesteld met racisme.
Dit alles lijkt te voorspellen dat op de internationale bühne ook in 2011 de pogingen onverminderd zullen worden voortgezet om Israël als staat te delegitimeren.
Het mag niemand verwonderen dat in het licht van een dergelijk politiek klimaat overal het aloude spook van het antisemitisme de kop weer opsteekt. Tijden veranderen en problemen verschillen, waarbij antisemitisme de enige constante factor lijkt te zijn.
Amnesty International
Deze organisatie wordt geacht een onpartijdige organisatie te zijn, die zich wereldwijd bezighoudt met de bescherming van de mensenrechten. Frank Johansson is directeur van de tak van Amnesty International in Finland. Hij schrijft zijn eigen weblog bij het Finse blad Iltalehti, waarbij hij zijn titel en functie als directeur van Amnesty International Finland gebruikt.
Augustus 2010 schreef Johansson op zijn blog dat hij op basis van zijn contacten met Israëliërs tot de conclusie is gekomen dat „Israël een schurkenstaat is.” De Jerusalem Post had vervolgens een interview met Johansson, die volstrekt weigerde zijn uitspraak terug te nemen. Desondanks verklaarde hij dat hij geen antisemiet is. Hij zei dat hij Israël een schurkenstaat had genoemd omdat het land voortdurend het internationale recht met voeten zou treden.
De Jerusalem Post nam daarop contact op met het hoofdkwartier van Amnesty International in Londen om te vernemen of Johansson binnen de organisatie zou worden aangesproken op zijn uitspraken. Dat bleek niet zo te zijn. Susanne Flood, woordvoerster van Amnesty International in Londen, probeerde eerst te ontkennen dat Johansson deze woorden had gebruikt. Toen ze echter met de tekst zelf werd geconfronteerd, liet ze weten dat Johansson „slechts op persoonlijke titel had gesproken.” Dit ondanks het feit dat Johansson nadrukkelijk zijn titel als directeur van Amnesty International Finland gebruikt op zijn blog.
Amnesty International heeft tot op heden geen enkele stappen tegen Johansson ondernomen, noch hem op de vingers getikt.
Wikileaks en het nieuwe antisemitisme
Van Wikileaksoprichter Julian Assange is bekend dat hij bij het „lekken” van documenten vooral gedreven wordt door een virulent anti-Amerikanisme. Veel gepubliceerde documenten lijken erop te wijzen dat de uiteindelijke bedoeling het schaden van westerse belangen is. In de huidige geglobaliseerde wereld gaan anti-Amerikanisme en antisemitisme echter hand en hand en vormen ze een gevaarlijke coctail.
Een van de kopstukken werkzaam bij Wikileaks is Israel Shamir. Hij werd geboren in Rusland en is momenteel woonachtig in Zweden. Zijn echte naam luidt Adam Ermash. De taak van Shamir binnen Wikileaks bestaat vooral uit het doorsluizen van documenten naar Russische media.
Shamir is een bekend antisemiet en gebruikt zijn eigen website om antisemitische artikelen te publiceren. Hij werd berucht om zijn ontkenning van de Holocaust. Op zijn site publiceerde hij onder andere artikelen waarin hij de authenticiteit van ”De Protocollen van de Wijzen van Sion” bevestigt. Openlijk steunt Shamir de Iraanse president Achmadinejad en feliciteerde hij hem met zijn frauduleuze herverkiezing in 2009. Hij steunt terroristische acties tegen Israël en noemt de terroristen „martelaren”. Zijn antisemitisme gaat zelfs zover dat hij nucleair terrorisme tegen Israël goedkeurt.
Een uitspraak van Israel Shamir: „Auschwitz was een interneringskamp dat regelmatig werd bezocht door het Rode Kruis”. In hetzelfde interview vergelijkt Shamir Auschwitz met de Amerikaanse gevangenis Guantanamo en concludeert hij dat de omstandigheden in Guantanamo veel slechter zijn dan ze in Auschwitz waren omdat het Rode Kruis geen toegang heeft tot Guantanamo. Shamit stelt dat „het de plicht is van iedere christen en moslim om de Holocaust te ontkennen.”
Net zo dubieus is de rol van Shamirs zoon, Johannes Wahlström, binnen Wikileaks, die voor Wikileaks in Zweden werkt en zijn vader lijkt te overtreffen in antisemitisme. Volgens een onderzoek van Swedish Radio heeft er tussen vader en zoon een taakverdeling plaatsgevonden binnen Wikileaks. Zoon Johannes is verantwoordelijk voor de Scandinavische landen en zijn vader Shamir bedient de Russische mediamarkt. Zij beslissen welke berichten ze naar bepaalde media „lekken.”
Johannes Wahlström schrijft regelmatig in de Zweedse krant Ordfront, die van zichzelf zegt „dat ze onder andere publiceert over de gevolgen van de politiek van de Verenigde Staten voor de derde wereldlanden en over mensenrechten.” Wanneer men de lijst bekijkt van auteurs die bijdragen hebben geleverd aan Ordfront valt meteen op dat velen bekend staan om hun antisemitische achtergrond. Johannes Wahlström schreef recentelijk een artikel in Ordfront waarin hij beweerde dat de Zweedse media worden gemanipuleerd door de zionisten.
Karel de Gucht
Op 2 september 2010 werd Karel de Gucht, Europees commissaris voor de Handel, geïnterviewd in het programma ”De ochtend” van VRT radio I. Hier sprak hij de volgende woorden: „Onderschat bijvoorbeeld niet de Joodse lobby op Capitol Hill, het Amerikaanse parlement. Dat is de best georganiseerde lobby die daar bestaat. Onderschat met andere woorden niet de vat die de Joodse lobby heeft op de Amerikaanse politiek. Of dat nu gaat over Republikeinen of over Democraten, dat verandert daar bijzonder weinig aan.
En onderschat ook niet wat de mening is – nog los van de lobby van de doorsnee Jood buiten Israël. Daar is inderdaad een geloof –ik kan het moeilijk anders dan zo omschrijven– bij de meeste Joden, dat zij gelijk hebben. En geloof is iets wat je moeilijk met rationele argumenten kunt bestrijden. Het gaat ook niet over al dan niet gelovige Joden, hoor. Ook vrijzinnige joden hebben datzelfde geloof dat zij eigenlijk gelijk hebben. Het is dus niet gemakkelijk om zelfs met een gematigde Jood een gesprek te hebben met wat zich in het Midden-Oosten ontrolt. Het is een bijzonder emotionele aangelegenheid.”
Aangesproken op deze uitspraken liet Karel de Gucht slechts weten „dat hij niet antisemitisch is.”
Bij weten van de schrijver van dit artikel is hierover in het Europees Parlement geen enkele vraag gesteld, alhoewel deze uitspraken zijn gedaan door een Europees commissaris.