Pearl Harbor op internet
Op 7 december 2011 zal het zeventig jaar geleden zijn dat Japan de pacifische Amerikaanse vloot in Pearl Harbor totaal vernietigde. De klap kwam volkomen onverwacht. Liefst 8 slagschepen en 350 vliegtuigen werden in slechts twee uur buiten gevecht gesteld. De Verenigde Staten verklaarden de dag daarop aan Japan en drie dagen later aan Duitsland de oorlog.
De wereldgeschiedenis is vol onverwachte gebeurtenissen. Ook 9/11, het terrorisme en de financiële crisis kwamen onaangekondigd. Soms kunnen we rampspoed zien aankomen. Zo voorspelde de Club van Rome vijftig jaar geleden de gevolgen van afnemende fossiele energie, grondstoffen en voedsel voor een groeiende wereldbevolking. Men besteedde aan dit doemscenario nauwelijks aandacht. En wie kon voorzien dat internet in minder dan twintig jaar zo’n gigantische vlucht zou nemen? De laatste jaren worden de dreigende aspecten van de informatietechnologie steeds duidelijker. De vraag is of de mensheid daar nu wel aandacht voor heeft. Ik noem enkele verontrustende zaken.
Trojaanse paarden
Regelmatig berichten de media over cyberaanvallen op bedrijven en overheden. Zelfs de systemen van het Pentagon waren niet veilig. Computers van kerncentrales in Iran werden geïnfecteerd met het computervirus Stuxnet, van onduidelijke oorsprong. In China en Rusland zijn duizenden experts betrokken bij spionage via internet. Wellicht zijn miljoenen pc’s buiten medeweten van hun eigenaren wereldwijd gekaapt voor een kolossaal spionagenetwerk en zijn ontelbaar veel servers in het Westen al geïnfecteerd met slapende agressieve virussen, zoals Trojaanse paarden. Op commando zullen zij de infrastructuur van een land vernietigen.
Recent verscheen een boek van Richard Clarke, eertijds in de VS verantwoordelijk voor maatregelen tegen terrorisme en cybercriminaliteit. Hij verwacht dat bij een mondiaal conflict binnen een kwartier alle essentiële systemen van een land zullen worden lamgelegd. Hij denkt daarbij aan communicatiesystemen, energiecentrales, olieraffinaderijen, banken en satellieten. De maatschappij zal ineenstorten als de voedsel- en watervoorziening stokt en er geen geldverkeer meer mogelijk is. Het bizarre is dat de aanvaller onbekend blijft. Het zijn doemscenario’s waar overheden tot voor kort geen idee van hadden.
De VS, Groot-Brittannië en Duitsland hebben recent instituten voor elektronische contraspionage opgericht. In Nederland werd deze taak onlangs toebedeeld aan TNO. In mei 2010 richtte het Pentagon CyberCommand op voor elektronische oorlogvoering. Een cyberaanval zal Hitlers Blitzkrieg in snelheid en omvang verre overtreffen. Het Pearl Harbor van de toekomst bevindt zich wellicht op internet.
Databanken
Ook zonder een groot conflict is het de vraag of regeringen nog wel de banken, de beurzen en internet de baas zijn. We zagen dat de afgelopen jaren. De snelle jongens achter de computerschermen beheersen het mondiale geldverkeer; regeringen mogen de branden blussen. Het recente nieuws werd beheerst door WikiLeaks. Staatsgeheimen werden voor iedereen openbaar. Toen MasterCard en Visa de rekeningen van betrokkenen blokkeerden, werden hun websites lamgelegd door duizenden aanhangers van een protestbeweging die zich Anonymous noemt en werd de informatie van WikiLeaks geplaatst op talloze andere websites. Ook informatie over burgers wordt opgeslagen.
Wie herinnert zich nog George Orwells boek ”1984”? We wennen blijkbaar aan de grote hoeveelheden camera’s op de snelweg. Vingerafdrukken en DNA-gegevens worden in databanken opgeslagen. Je loopt achter als je niet deelneemt aan Facebook; in huiskamers duikt de jeugd onder in de virtuele wereld van computergames. Het eind van dit soort ontwikkelingen is nog lang niet in zicht. De informatietechnologie is doorgedrongen tot in de haarvaten van de maatschappij.
Hoewel dit allemaal bekend is, besteedt de mensheid aan de dreigingen nauwelijks aandacht, omdat zij helemaal opgaat in haar welvaartsroes. De Club van Rome vond al geen gehoor. Zelfs het boek ”Our Final Century” van de Engelse topgeleerde Sir Martin Rees werd neergesabeld als een te somber horrorscenario. Hij schat de kans dat de mensheid voor het einde van deze eeuw aan zelfvernietiging ten onder gaat op 50 procent. Rees denkt onder meer aan de negatieve gevolgen van biotechnologie en nanotechnologie. Wat ik eerder noemde wordt door hem nog niet eens ten tonele gevoerd, maar ook zonder die voorbeelden is zijn boek al onheilspellend genoeg.
Luther
Ik tekende een scenario waarin er deze eeuw vast en zeker nog grote verrassingen zullen plaatsvinden. Het zou aanleiding kunnen geven tot grote somberheid. Zouden we daarom maar niet liever ophouden met studeren en plannen maken voor de toekomst? Zouden we maar niet beter stoppen met het krijgen van kinderen? Moeten we het boompje maar laten verdorren dat Luther zou hebben geplant, zelfs als hij wist dat de wederkomst morgen zou plaatsvinden? Dat laatste is ons niet gegeven te weten (Markus 13:32). Toch is wat in de wereld plaatsvindt niet echt verrassend; het is eigenlijk van alle tijden. Geruststellend is de uitspraak van Jezus Zelf: „Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is” (Lukas 21:28). Daarom: niet bij de pakken neerzitten, maar bomen planten en alert zijn bij alle ontwikkelingen, inclusief gebruik van internet.
De auteur is emeritus hoogleraar medische informatica en oud-rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl