Omroep Brabant fungeerde net als RTV Rijnmond als rampenzender. Daarmee waren de regionale omroepen volgens Lemckert een spreekbuis en een verlengstuk van de autoriteiten. Maar informatie kreeg de omroep vanuit de gemeente nauwelijks aangeleverd en de redactie moest daar zelf veelal achteraan bellen.

Als voorbeeld noemde Lemckert de metingen die naar schadelijke stoffen werden verricht. „Je verwacht dat de gemeente contact met ons opneemt om de bevolking gerust te stellen. Nu kreeg alle pers dat tegelijkertijd te horen. Dat is normaal niet erg, maar wel als je als rampenzender fungeert.”

Lemckert heeft een gesprek aangevraagd met de gemeente om de werkwijze te evalueren. Hij zei dat de politie en de brandweer de omroep op een „heel adequate manier” op de hoogte hebben gehouden.

RTV Rijnmond vindt dat de samenwerking met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid prima is verlopen. „Wij hebben twee mensen naar Dordrecht gestuurd waar de veiligheidsstaf bijeen was. Op die manier zijn wij op de hoogte gehouden. Bovendien zijn woordvoerders zeer regelmatig bij ons in de uitzending geweest”, meldde adjunct-hoofdredacteur Ronald Brouwers.

Voor zo ver hij kan overzien herkent hij zich niet in het beeld dat mensen niet goed op de hoogte zouden zijn geweest van wat er precies speelde. „We hebben wel mensen gehad die zich bij ons meldden, maar niet in hele grote aantallen. Wat er nog wel eens gebeurt, is dat we worden platgemaild”, aldus Brouwers. Maar volgens hem was daar woensdag geen sprake van.

Beide zenders zeggen overigens wel veel meer kijkers te hebben getrokken dan normaal. RTV Rijnmond moest enige tijd gebruikmaken van een noodwebsite vanwege de drukte.