Brand Moerdijk: Vlammen van vijftig meter
MOOKHOEK – Ze zijn geschrokken van de felle chemiebrand in Moerdijk. De familie Visser uit Mookhoek, op enkele kilometers van de brandhaard, heeft ramen en deuren dicht. „Dit hebben we nog nooit meegemaakt.”
Om half vier woensdagmiddag besefte Marieke Visser (25), dochter des huizes, dat er iets flink mis was. „Toen ging hier de sirene. Ik dacht eerst in een eerste reactie: Maandag twaalf uur, de sirenes worden getest. Maar dat is natuurlijk niet zo.”
Via de regionale rampenzenders kreeg de familie al gauw door dat het menens was.
„We hebben ramen en deuren gesloten. Het is best wel spannend. De een maakt zich meer zorgen dan de ander. Mijn vader ging even naar buiten, ik denk dan: Blijf alsjeblieft binnen.”
Om kwart over vier gingen nogmaals de sirenes. Rond half zes reed een brandweerauto op de nabijgelegen dijk om mensen op te roepen binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten.
Marieke zag woensdagmiddag rookwolken drijven en maakte daar vanuit het dakraam foto’s van. „Je ziet meteen dat het niet klopt en dat het geen normale bewolking is. Het waren grijzige rookpluimen. Al zegt mijn broertje dat het pikzwarte wolken zijn. In Strijensas, dat nog dichter bij de plek van de brand ligt, zal de rook waarschijnlijk zwarter zijn geweest.”
Voorlopig blijven vader, moeder en vier kinderen thuis in Mookhoek. Ramen en deuren blijven dicht. „Mijn broertje kan voorlopig niet het RD rondbrengen. Dat gebeurt misschien pas donderdag.”
De Vissers hebben een dergelijke calamiteit niet eerder meegemaakt. „Als je de sirenes hoort, denk je al gauw aan een oefening. Dat het nu echt is, is wel verrassend.”
Ook C. Buitendijk (66) uit Strijensas keek woensdagmiddag zijn ogen uit. Hij woont vlakbij het Hollands Diep, op twee kilometer afstand van de brand in Moerdijk. „Ik zie nu nog steeds een grote vuurgloed”, rapporteert Buitendijk rond half acht woensdagavond per telefoon, terwijl hij uit het raam naar de vuurzee in de verte kijkt. „Ik zie hier in het donker huizen met kerstversiering. Boven het griend zie ik in de verte de vlammen komen.”
Iets over half drie ontdekte Buitendijk dat er aan de overkant van het Hollands Diep een calamiteit was. „Ik zag een enorme rookwolk. Later zag ik vlammen. Die schijnen wel vijftig meter hoog te zijn. Ik heb in mijn leven wel vaker een brand gezien, maar dit is toch ongewoon.”
Geruststellend vindt Buitendijk het nieuws dat er geen gevaarlijke stoffen in de lucht zijn gemeten, zoals de autoriteiten rond zeven uur woensdagavond melden.
Zijn dochter en kleinkinderen waren woensdagmiddag juist op bezoek. „De oudste van die kleinkinderen is vijf. Die was wel anstig en wilde weer naar huis, in Hendrik-Ido-Ambacht. „En opa gaat ook maar mee”. Ook een zoon uit Sliedrecht bood onderdak. Maar dat heb ik niet gedaan. ”
Echt bang is Buitendijk woensdag niet geweest, wel was er bezorgdheid. „Het gaat om een brand waarbij chemische stoffen een rol spelen. Dan weet je niet precies wat voor gevaar er is.”
Buitendijk woont vlak in de buurt van de chemische industrie. Baart hem dat wel eens zorgen? „Een paar kilometer bij het nu brandende bedrijf ligt Shell Moerdijk. Dat strekt zich over kilometers uit. Als daar brand uit zou breken, zou ik echt maken dat ik weg kwam. Maar het is absoluut niet zo dat ik mij hier in Strijensas niet op mijn gemak voel. Ik bedoel het niet als vroom praatje, maar er is er Eén die over alles gaat.”