Europol baseert zijn bevindingen op onderzoek naar het gebruik van internet in de VS, waar het volgens de organisatie algemeen geaccepteerd is om onder werktijd Facebook en soortgelijke sites te bezoeken. Ruim 30 procent van de midden- en kleinbedrijven zou via dat soort sites geïnfecteerd zijn met schadelijke software en 35 procent van die bedrijven liep financiële schade op.

Volgens Europol behoort het Europese internetverkeer tot de meest geïnfecteerde landen ter wereld. De veiligheid van Europese bedrijven is daardoor in het geding, stelt de organisatie. Door goede afspraken te maken over internetgebruik op de werkvloer kunnen bedrijven dat risico verkleinen.

Werknemers moeten vooral gewaarschuwd worden voor de gevaren van - op het eerste gezicht onschuldig en veilig - gebruik van ‘social networks’, aldus Europol. Gebruikers van dat soort sites plaatsen op hun profiel gemakkelijk foto’s, video’s, applicaties, spelletjes en berichtjes die ze delen met vrienden. Ook kunnen ze hun locatie aangeven. Cybercrimelen misbruiken die gevoelige informatie.

Dat doen ze door bijvoorbeeld ‘phishing’ waarmee hackers e-mailadressen stelen om virussen en andere gevaarlijke software rond te sturen. Maar ook op ‘nepwebsites’ worden de bezoekers met bijvoorbeeld vals prijzengeld van fictieve loterijen verleid om persoonlijke gegevens af te staan. Volgens Europol zijn mensen door de economische crisis extra vatbaar voor dit soort oplichting.

Europol is vertegenwoordigd in de Cybercrime Task Force, een groep experts van Europol, Eurojust, de Europese Commissie en cybercrimeteams van internationale autoriteiten. Het bedrijf McAfee schat dat cybercriminaliteit het bedrijfsleven wereldwijd ongeveer 750 miljoen dollar per jaar kost.