Meer zingen in de kerk goed voor predikant en gemeente
Er zijn goede redenen om meer te zingen in de kerk, stelt Adriaan van Beek. Hij pleit ervoor om complete ”pauzes” te zingen in plaats van slechts een enkel couplet.
Het is goed voor zowel de predikant als de gemeente om in de kerk meer te zingen. Zingen is niet alleen om het zingen goed. Zingen is een vorm van gebed, schrijft Calvijn in het eerste Franse psalmboek (1543). Laten we daarom niet alleen het ‘grote’ en het ‘kleine’ gebed bestempelen als gebed, maar ook het gezang.
In de praktijk wordt er in de kerk vaak een enkel vers uit de opgegeven psalm gezongen. Bij hoge uitzonderingen staat er een complete psalm op de liturgie. Ik wil, tegen deze gewoonte in, ervoor pleiten om minimaal de ”pauzes” te zingen die in de berijmde psalmen aangegeven worden, dus minimaal zo’n vier achtereenvolgende verzen. Dat betekent concreet dat bepaalde psalmen in hun geheel gezongen worden, andere psalmen voor de helft en enkele slechts voor een deel.
Een belangrijke reden om pauzes te zingen tijdens de eredienst is om te voorkomen van dat bepaalde psalmverzen uit de context van de gehele psalm worden gehaald. Als voorbeeld noem ik Psalm 42. Wanneer de gemeente alleen vers 1 of vers 5 zingt, wordt er geen recht gedaan aan de andere coupletten.
Dat ”psalmenbiblicisme” een reëel probleem is, staat vast. Uit onderzoeken blijkt dat bepaalde psalmen en verzen vrijwel nooit worden gezongen. Zij lijken niet aan te spreken of passen nooit bij de preek. In verschillende uitgaven van psalmboeken uit de zestiende eeuw wordt, om dergelijke willekeur te voorkomen, aanbevolen hele psalmen te zingen of ten minste de pauzes, maar geen losse verzen.
De gemeente moet betrokken zijn bij de eredienst. Niet door deel te nemen aan een orkest of koor – daar ben ik geen voorstander van. Wel door het zingen. Wanneer pauzes gezongen worden, is dat voor gemeenteleden een goede mogelijkheid om zich op een andere manier in te spannen. Velen nemen bij het zingen een andere houding aan. Het gezang vereist namelijk fysieke inspanning: het openen van de mond, ademhalen en het zingen. Uiteraard dient er ook nagedacht te worden over wat er gezongen wordt. Dit alles is een ander soort van inspanning dan luisteren naar de preek of meebidden met het gebed van een ambtsdrager.
Een bezwaar dat kan worden ingebracht tegen het zingen van pauzes is dat de dienst te lang gaat duren. Maar waarom is dat bezwaarlijk? Indien het gezang zelf niet oneerbiedig langzaam gezongen wordt en het voor-, tussen- en naspel niet onnodig lang zijn, zal het niet veel extra tijd kosten. Bovendien zijn we het zingen enigzins verleerd. Tabellen in Geneefse psalmboeken maken duidelijk dat alle 150 psalmen vroeger tweemaal per jaar werden ‘gebeden’. Dat komt neer op minimaal twee complete psalmen per kerkdienst. Dat staat gelijk aan gemiddeld twintig coupletten per dienst.
Kortom, er is alle reden om pauzes van psalmen op te geven tijdens de eredienst. Dit verhoogt de betrokkenheid van de gemeente en voorkomt dat psalmen door predikanten uit hun context worden gehaald.
De auteur studeert voeding en gezondheid in Wageningen en is lid van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland.