Op afvalligheid van de islam staat in Somaliland de doodstraf, stelt CU-Kamerlid Voordewind in een reeks schriftelijke Kamervragen die hij maandag heeft gesteld.

De 48-jarige asielzoeker om wie het gaat, werd in 2007 christen, liet zich daarna dopen en is actief lid van de protestantse Joriskerk in Amersfoort.

Immigratiedienst IND meent dat de asielzoeker geen gevaar loopt als hij na terugkeer zijn bekering verzwijgt. Dat uitgangspunt is in tegenspraak met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, stelt Voordewind, waarin het recht staat beschreven om van geloof te veranderen en dat geloof te uiten.

Hij herinnert het kabinet aan de beleidsregel van de vorige staatssecretaris van Justitie, Albayrak, dat van personen die in het land van herkomst een minderheidsreligie aanhangen, niet wordt verlangd dat zij die verborgen houden. „Onderschrijft de minister nog steeds deze beleidslijn?” vraagt het CU-Kamerlid. „Wat gaat de minister doen om de uitzetting van de bekeerde Somaliër tegen te houden?”

De PVV stelde maandag ook een serie Kamervragen aan de minister van Buitenlandse Zaken over christenen. Partijleider Wilders en Kamerlid Kortenoeven merken in hun vragen op dat er sprake is van een „aanzwellende islamitische jihad” tegen christenen in Irak. Tegen Iraakse christenen gerichte vernietigingsbedreigingen en terreuraanslagen staan volgens de volksvertegenwoordigers niet op zichzelf, maar maken volgens hen onderdeel uit van die jihad, die erop is gericht christenen uit de islamitische wereld te verdrijven.

Ze willen van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) weten of hij een verband ziet tussen in de afgelopen weken gepleegde bloedige aanslagen op christenen in Egypte, Nigeria en Irak. Verder vragen ze hem welke acties de minister en de internationale gemeenschap ondernemen om „te voorkomen dat de Iraakse christelijke gemeenschap daadwerkelijk wordt vernietigd.”