Machtsmiddel staken werkt niet
Staken werkt niet. Volgens Peter Schalk is het beter om met elkaar te blijven praten, samen te zoeken naar creatieve oplossingen en elkaar met argumenten te overtuigen.
Net voor de kerstdagen werd het wel heel duidelijk: Als je je zin wilt krijgen moet je een machtsmiddel hanteren. Dat gebeurde bij TNT, toen de postbodes opgeroepen werden om in de drukste tijd van het jaar de post te laten liggen. Ook het personeel van Albert Heijn zette het machtsmiddel in om een betere cao af te dwingen. Zowel TNT als AH ging door de knieën. Staken werkt, zo lijkt het.
Er is al euforisch op gereageerd. Staken wordt weer in. Je kunt erop wachten; straks worden de ambtenaren opgeroepen om te staken voor een beter loon. Waarschijnlijk zal ook het defensiepersoneel worden aangespoord om de wapens tijdelijk neer te leggen om gedwongen ontslagen te voorkomen. En misschien is daarna de politie aan de beurt als er weer reorganisaties aankomen. Kortom, publiek of privaat, je kunt blijkbaar je doel bereiken als je op het juiste moment je werk neerlegt. Toch is het goed om eens na te denken over dit machtsmiddel, want staken werkt niet.
„Staken mag alleen als doorwerken zonde is.” Dat is een beproefde stelling die ooit werd geponeerd door de ethicus prof. Douma. In dit korte zinnetje plaatst hij staking in het juiste perspectief. Alleen als een werknemer gevraagd wordt om te zondigen tegen de Tien Geboden zoals die door God zijn gegeven, mag hij werk weigeren.
De voorbeelden liggen voor het oprapen. Zo mag je werk weigeren als je gevraagd wordt om onnodig zondagswerk te doen of als je gevraagd wordt mee te werken aan levensbeëindigend handelen in een ziekenhuis. Ook als je een frauduleuze handeling moet verrichten voor je werkgever is staken toegestaan. In feite gaat het daarbij niet om staking, maar om werkweigering. Alleen dat deel van het werk wordt geweigerd dat indruist tegen Gods heilzame geboden. Al deze voorbeelden zijn nu echter niet aan de orde, hoe ingrijpend het ook is als er mensen ontslagen worden of salaris moeten inleveren.
Moet een werknemer dan zomaar alles over zijn kant laten gaan? Mag hij op geen enkele manier tegengas geven? Natuurlijk wel, dat is juist het bijzondere van onze overlegcultuur. In onze samenleving is het juist heel goed geregeld. Er wordt overleg gepleegd tussen werkgever en werknemers, gewoonlijk door tussenkomst van vakorganisaties.
In dat overleg wordt de werkgever ertoe verplicht om de juiste informatie aan te leveren, op basis waarvan de vakorganisaties gaan overleggen om de belangen van het personeel zo goed mogelijk te behartigen. Dat levert vaak spanning op. Er zijn echter middelen te over om die spanning op te vangen. Zolang die middelen maar geen schade aanbrengen aan personen of aan de organisatie.
Staken werkt niet; letterlijk en figuurlijk. Letterlijk omdat daardoor het werk stil komt te liggen. Dat veroorzaakt grote materiële schade. Processen worden stilgelegd, orders kunnen niet worden uitgevoerd, het werk valt stil. Dat heeft grote financiële gevolgen.
De immateriële schade is echter nog groter. Staken is namelijk contractbreuk, omdat de arbeidsovereenkomst niet wordt nagekomen. Bovendien zet het de door God gegeven gezagsrelaties onder druk. Werkgevers en werknemers behoren wederzijds dienstbaar te zijn. Efeze 6 maakt heel duidelijk wat de verhouding is. Eerst worden daar de plichten van werknemers ten opzichte van hun werkgevers genoemd. Maar dan stopt de tekst niet, want er volgt: „En gij, heren, doet hetzelfde aan hen.” Dus de houding van werkgevers behoort hetzelfde te zijn als die van hun werknemers.
Ze hebben wederzijds rechten en plichten. Zo verplicht de werkgever zich ertoe te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, voor veiligheid, voor een eerlijke en billijke beloning. De werknemer moet zijn werk zo zorgvuldig mogelijk doen, op tijd aanwezig zijn, klantvriendelijk te werk gaan en noem maar op. Ook is het nadrukkelijk de plicht van de werknemer om zijn werkzaamheden op de afgesproken tijden uit te voeren. Dat alles komt onder druk te staan als er machtsmiddelen worden ingezet. Daarom is het van belang om met elkaar te blijven praten, samen te zoeken naar creatieve oplossingen en met kracht van argumenten elkaar te overtuigen.
Als dat allemaal niet leidt tot een akkoord, is de gang naar de rechter een uiterste optie. Maar beter nog is het om dat te voorkomen. De praktijk leert dat een staking op zich niets oplost en dat de onderhandelingstafel toch weer moet worden opgezocht. Zo is elke stakingsdag een verloren dag met materiële en immateriële schade. Het stakingswapen moet dus worden opgeborgen, want staken werkt niet.
De auteur is werkzaam als raad van bestuur bij de RMU.