De president heeft het decreet op de prijsverhoging teruggedraaid, zo heeft hij vrijdagavond lokale tijd gemeld.

Bolivia heeft kunstmatig lage prijzen voor brandstof. De regering had zondag besloten de subsidies van honderden miljoenen euro’s per jaar te schrappen. Gevolg was dat de prijzen aan de pomp bijna verdubbelden, de sterkste stijging sinds 1991. Direct braken stakingen uit, vochten betogers met de politie en blokkeerden burgers de snelwegen.

In een poging de onrust te bedwingen, beloofde de president deze week forse loonsverhogingen. Dat bleek niet voldoende.

„Op verzoek van de bevolking, hebben we besloten om decreet 748 en samenhangende maatregelen in te trekken”, zei Morales tegen journalisten in het presidentieel paleis. „De besluiten gaan niet door. Er is geen rechtvaardiging voor hogere transportkosten of voedselprijzen op dit moment.”

Morales had eerder op de dag zijn reis naar Brazilië afgezegd. Hij zou daar de beëdiging bijwonen van de nieuwe presidente Dilma Rousseff. Hij leidde nonstop regeringsoverleg over de sociale onrust in het land. Donderdag waren vijftien agenten gewond geraakt bij de protesten bij hoofdstad La Paz. Boze betogers belaagden het presidentieel paleis van Morales, waar ze door de politie met traangas werden beschoten.

De linkse Morales verloor de laatste dagen de steun van zijn trouwste bondgenoten onder de vakbonden en burgerorganisaties. Die vreesden enorme prijsverhogingen bij allerlei producten als effect van de duurdere brandstofkosten. De armen zouden daardoor het meeste lijden. „We hebben hem aan de macht geholpen, we kunnen hem ook wegjagen”, zei de 30-jarige wasserijmedewerkster Patricia Coyo, die met anderen Boliviaanse vlaggen zwaaide bij de protesten.