Commentaar: Taizé
De jongerenconferentie van Taizé in Rotterdam, waar zo’n 30.000 jongeren uit de hele wereld bij elkaar zijn gekomen om met elkaar te bidden, te zingen en te luisteren naar meditaties, mag zich verheugen in een overweldigende mediabelangstelling. De grote landelijke dagbladen komen met reportages van het mega-event in Ahoy en zelfs het NOS Journaal liet zich niet onbetuigd.
De bewakingsdienst van Ahoy weet ondertussen niet wat hem overkomt. Ze hoeven namelijk niets te doen omdat de jongeren zich zeer gedisciplineerd en alleszins voorbeeldig gedragen. Tienduizenden komen samen in de grote zalen van Ahoy en doen niet anders dan zingen, stil zijn en bidden. Er wordt letterlijk geen wanklank gehoord.
Hoe je ook over het Taizéconcept denkt: er gaat van dit grote jongerengebeuren absoluut een boodschap uit naar de wereld. Niet overal waar tienduizenden jongeren uit vrijwel alle landen van de wereld bij elkaar zijn, wordt de boel verziekt door geweld, drugs, drank en seksuele uitspattingen.
In de reportages die er ondertussen verschijnen, wordt wel duidelijk wat het theologische denken van Taizé inhoudt. Deze interkerkelijke kloosterorde, waarin zowel rooms-katholieken als protestanten samenleven, zoekt het letterlijk en figuurlijk in de stilte. Wars van theologische disputen, wordt er op een bijna mantra-achtige wijze gezongen en gebeden en vooral veel gezwegen. En dat voelt voor de bezoekers goed, zo zeggen ze. Er wordt gezocht naar wat bindt, naar vrede, oecumene en een vreugdevol samenleven, waarin alle verschillen letterlijk en figuurlijk verzwegen worden.
Nu is met zwijgen, met stilte en inkeer en het zoeken naar dat wat bindt niets mis. Wat dat betreft, zou de gereformeerde gezindte zeker wat van de Franse kloostergemeenschap kunnen leren. Deze voluit Bijbelse noties zijn in reformatorische kring hier en daar wel erg naar de achtergrond gedrukt. Zelfs een oproep tot inkeer wordt soms al verdacht gevonden.
Taizé is precies het omgekeerde. Daar worden verschillen, hoe belangrijk ook, verzwegen. Over enkele zaken is er overeenstemming en voor de rest is het vooral belangrijk dat het goed voelt. En daarmee sluit Taizé –misschien niet eens bedoeld– naadloos aan bij het denken dat zich in onze maatschappij breed maakt. Want moderne mensen luisteren niet graag en willen zich niet laten gezeggen, zéker niet door de Bijbel. Dogma’s worden gezien als onnodige ballast en instituten, waarvan de kerk er één is, als achterhaald. Maar wie alle kaarten zet op het gevoel en de belijning van dogmatiek en belijdenissen niet nodig denkt te hebben, kan niet anders dan verdwalen in een mistige, algemene spiritualiteit.
Op de grens van oud en nieuw wordt er teruggezien en vooruitgekeken. Wat zal het nieuwe jaar 2011 ons brengen? Houvast vinden we op de smalle jaargrens niet in ons eigen gevoel. Wie daarop steunt, zal ontdekken het anker van zijn levensschip in het eigen ruim te hebben uitgeworpen. Vastheid is er alleen te vinden in de Bijbel. Want: „Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.”