Mission2010 leert les van mosterdzaadje
AMSTERDAM – Op de eerste dag van de driedaagse conferentie Mission2010, een initiatief van verschillende zendingsorganisaties, discussieerden forumpanelleden in Amsterdam over de overeenkomsten en verschillen tussen noodhulp en evangelisatie.
De forumsprekers gaven aan dat het lenigen van lichamelijke nood niet te scheiden is van de Evangelieverkondiging. „Het opzetten van een voedingsprogramma voor hongerende kinderen in Somalië is ook Woordverkondiging”, vindt Edwin Visser, oud-medewerker bij Medair en nu werkzaam bij Woord en Daad.
Jack Nugter van New Tribes Mission: „Ik kan geen zendeling opnoemen die niet praktisch bezig is met het helpen van mensen in het veld. Als de liefde van Christus je dringt, is het onmogelijk om mensen niet te helpen.”
Ruim honderd jongeren zijn afgekomen op Mission2010 met als thema ”Van Mokum tot Mumbai”. Woordvoerder Tijs van den Brink: „We hadden met een zekere schroom iets meer mensen verwacht. Als de evaluatie van Mission2010 positief is, gaan we de conferentie herhalen.”
Sloppenwijk
De organisatie van Mission2010 bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese jongerenconferentie Mission-net: de Evangelische Alliantie, de Evangelische Zendingsalliantie en de Nederlandse Zendingsraad. Jongeren, werkzaam bij onder andere Interserve, Stichting Antwoord, Jeugd met een Opdracht Amsterdam, European Christian Mission en Operatie Mobilisatie, hebben het evenement georganiseerd. De congresgangers pendelen voor het dagprogramma heen en weer tussen de Noorderkerk en De Poort, het gebouw van Jeugd met een Opdracht.
Rianne heeft zich aangemeld voor Mission2010 omdat ze ernaar verlangt actief te worden in de zending. Ze bezocht een workshop van Hans van der Lee, oud-directeur van Compassion en nu woonachtig en werkzaam in de sloppenwijken van Jakarta. „Hier kan ik weer geïnspireerd worden. Ik werk nu bij het Leger des Heils en daar doe ik ervaring op. Zending in het buitenland spreekt me aan, al weet ik nog niet goed hoe mijn leven lopen zal.”
Job, afkomstig uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, zegt lachend: „Ik kom uit een kerk van actieve rakkers, maar ik ben hier ook om mijn gereformeerde angst voor de buitenwereld te overwinnen. Zending in Nederland vind ik belangrijk.”
Op de conferentie mengen jongeren van evangelische en reformatorische achtergrond zich met elkaar. Van den Brink: „Ze zijn één omdat ze allen zoeken naar manieren om hun christen-zijn in een niet-christelijke wereld, hier en ver weg, gestalte te geven. We hopen dat ze hier kennis en ervaring opdoen die ze later in de praktijk kunnen brengen.”
Standhouders voorzien de conferentiegangers van informatie. Het dagprogramma is verder gevuld met preken, evaluatiegesprekken in groepen, workshops en een praktijkonderdeel: jongeren gaan de stad in voor evangelisatiewerk, dagbesteding voor bejaarden of hulp aan Amsterdamse daklozen.
Agressief
In een van de workshops vertelt Daniël Drost dat zending ook in oude stadswijken nodig is. Hij en zijn gezin zijn namens de Amersfoortse baptistengemeente en de protestantse wijkgemeente Adventkerk in 2009 uitgezonden naar de achterstandswijk Kruiskamp in Amersfoort. Daar zijn ze ook gaan wonen. Inmiddels zijn ze actief in de buurt.
„Hallo, ik ben Daniël en ik kom je vertellen over Jezus.” Dat werkt niet, vertelt Drost. De wijk vraagt om een andere aanpak. Hij gebruikt daarvoor de visie van Urban Expression. „De centrale gedachte is het werken vanuit relaties. Mensen moeten eerst zien wat Jezus in mijn leven betekent. Dan kan het gebeuren dat je samen bidt en weer later dat je meer kunt vertellen. Daarbij is de grens tussen evangelisatieactiviteiten en sociale activiteiten moeilijk te trekken.”
Drost heeft zichzelf drie doelen gesteld: positief en actief aanwezig zijn in de wijk, een nieuwe christelijke gemeenschap laten ontstaan en contact houden met verschillende kerken over het project.
Via de basisschool van zijn kinderen en door buurtactiviteiten leert hij de wijk kennen en creëert hij sociale samenhang. „Je ziet kinderen opbloeien die eerst schuw of agressief waren. We geloven dat vanuit de Bijbelse gedachte van het mosterdzaad, God deze kleine dingen na langdurige zorg wil laten uitgroeien tot iets groots.”