Tegelijkertijd viel Medvedev zijn voorganger, de huidige premier Vladimir Poetin, openlijk af, nadat die de Sovjet-Unie een geslaagd voorbeeld had genoemd van een samenleving waarin verschillende etnische groepen vriendschappelijk met elkaar omgingen.

Medvedev noemde de sovjetervaring niet precies positief en zag die liever niet herhaald. „De Sovjet-Unie was een op ideologie gebaseerde staat en –laten wij daar geen doekjes om winden– een strenge bovendien. Rusland is anders. Wij moeten werken aan nieuwe benaderingen.”

Poetin zei dat Rusland verzuimd heeft lering te trekken uit de ervaring van de Sovjet-Unie en pleitte voor de cultivering van Russische vaderlandsliefde. Ook zei hij dat de bevolkingsregistratie, waardoor mensen in de sovjettijd zich minder makkelijk in Moskou of Sint-Petersburg konden vestigen, „te snel” is geliberaliseerd.

Medvedev waarschuwde voor pogingen om etnische groepen te isoleren. „Wij zijn één land en wij moeten leren samen te leven.” Herinvoering van de strenge restricties uit het verleden zou nu vooral mensen uit de Kaukasus treffen.

„Etnische conflicten zijn uiterst gevaarlijk”, zei de Russische president. „Wij kunnen niet toestaan dat enkele domkoppen ons gemeenschappelijke huis vernielen.”

Na de moord op een voetbalsupporter zijn nationalisten twee weken geleden in Moskou de straat opgegaan. Zij riepen ”Rusland voor de Russen” en sloegen Kaukasiërs in elkaar. Bij botsingen tussen hooligans en de politie in de buurt van het Kremlin raakten meer dan dertig mensen gewond.

Medvedev en Poetin zijn enerzijds politieke bondgenoten, maar anderzijds concurrenten. Ze doen mogelijk in 2012 beiden mee aan de race om het presidentschap. Poetin diende eerder al de maximale twee termijnen als president.