Kunst is praktisch en prachtig
Het kunstonderwijs aan zelfstandige academies en hogescholen levert kunstenaars van allerlei aard af. Hoe ervaren jonge talenten hun opleiding?
Drie oud-Lodensteiners die de academie (bijna) achter de rug hebben, geven hun visie op het huidige kunstonderwijs.
Naam: Dieke Venema
Leeftijd: 20
Plaats: Zwolle
Opleiding: autonome kunst (Fine Art), Artez, Zwolle
Hoewel Dieke Venema zich wilde inschrijven voor de studie geneeskunde, koos ze vlak voor haar examen impulsief voor de opleiding Fine Art in Zwolle. Toch zegt ze haar draai helemaal gevonden te hebben.
Dieke raakte vooral gefascineerd door de handeling en techniek van het schilderen. „Dat proces is zo verschrikkelijk interessant. Je leert terugvallen op jezelf en op je gevoel. Je kunt een voorwerp exact schilderen zoals het is. Maar dan vlak je het werk af, haal je het gevoel eruit. De handeling laat zien hoe iemand werkelijk is. Zo straalt een grove penseelstreek impulsiviteit uit, terwijl het fijne werk bedachtzaamheid toont.
Als ik aan een werk begin, weet ik totaal niet waar het eindigt. Bij mijn werk draait het om pure intuïtie, vrijheid. Het wordt nooit letterlijk, maar bevat wel verwijzingen naar datgene waar het in mijn leven om draait.”
Omdat het proces bij Dieke een grote rol speelt in haar werken, kiest ze voor de studierichting ”autonome kunst”. „Binnen deze kunstrichting ziet de kunstenaar zijn werk als een persoonlijke uiting van zijn of haar wereld. Het draait hierin om de emoties, niet om het praktische, nuttige ervan. Het beeld dat daaruit voortvloeit, is zeker wel belangrijk, maar vormt niet het primaire doel.
De opleiding Fine Art is daarom ook sterk gericht op het ontwikkelen van je eigen proces en thematiek. Daarnaast ondersteunen de theoretische vakken, zoals kunstgeschiedenis, de verwoording van dat proces. Je leert eigen werk te plaatsen in het grote geheel van de kunstgeschiedenis.
Het eerste jaar is een oriëntatiejaar waarin je gaat ontdekken welk specialisme je voorkeur heeft. Etsen, linoleum snijden of houtdruk. De student krijgt een basiscursus in verschillende ambachten.”
Dieke richt zich in haar opleiding voornamelijk op lithografie (steendruk). Bij deze techniek maak je met vet materiaal tekeningen op kalksteen, aluminium of kunststof. Wanneer de tekening op de steen af is, wordt de steen vochtig gehouden en het tekenmateriaal vervangen door drukinkt. Verder verdiept ze zich in ruimtelijke beelden, die worden samengesteld uit bestaand materiaal.
Volgens Dieke leidt het zoeken naar een boodschap in kunst vaak tot geforceerdheid. „Kunst is niet primair geschikt voor het overbrengen van een boodschap. Elk kunstwerk heeft wel wat te zeggen, maar dat is vaak niet expliciet te duiden. Je bent vooral bezig met je eigen proces; dat wat je fascineert. Het leidt altijd tot dezelfde bron; het leren ontdekken. Elk mens doet dat op zijn eigen manier. Bij kunst draait het, net zoals in het leven, om keuzes maken. En elke kunstenaar vult dat op een eigen wijze in.”
De terughoudendheid rond de kunstopleidingen begrijpt Dieke niet: „Fine Art is een opleiding zoals alle anderen. Je bent met jezelf bezig om uiteindelijk met je kunstwerken een verhouding met je omgeving aan te gaan, om anderen te laten genieten van de schoonheid van het werk. In deze tijd van stress, vooruitgang en lust zorgt kunst voor een prachtig evenwicht. Het geeft je een geheel andere kijk op de wereld om je heen, en het is relativerend.”
Tot nu toe is Dieke nooit tegen zaken aangelopen waar ze principieel moeite mee had. „Ook met het naakt boetseren of schilderen heb ik absoluut geen moeite. Voor mij staat het naakte lichaam als zodanig niet gelijk aan zonde. Het is goed en interessant om dat te bestuderen. Je leert op een bijzondere manier naar het menselijke lichaam kijken. Het is zo complex en prachtig om te zien. Daar is niets mee te vergelijken. Die basiskennis is absoluut noodzakelijk om uiteindelijk een goed beeld te maken of tot andere producties te komen.”
Naam: Job van Roekel
Leeftijd: 21
Plaats: Eindhoven
Opleiding: Design Academy Eindhoven
Het ambacht als een rijke bron om uit te putten; om tot nieuwe ontwerpen te komen. Volgens Job van Roekel richt de student op de Design Academy in Eindhoven zich op de ontwikkeling van visies en producten. „Het combineren van hedendaagse kennis met ambachtelijke technieken zorgt voor verassende creaties.”
Op de Design Academy wordt de student opgeleid tot ontwerper in de breedste zin van het woord. „De studie staat in tussen industrieel productontwerp (Industrial Product Design) in Delft en de ontwerpopleidingen aan de kunstacademies,” aldus Job.
Het eerste jaar richt zich voornamelijk op algemene vakken, waarna je in het tweede jaar kiest voor een van de zeven studierichtingen. Zo kun je je specialiseren in ontwerpen op het gebied van wonen of vrije tijd. Uiteindelijk studeer je af op een eigen ontwerp.”
Job leert in zijn opleiding kritisch kijken naar eigen ideeën en ontwerpen. „Is jouw oplossing de beste voor het probleem of zijn er meer concepten mogelijk? Dat is de vraag waar je altijd mee geconfronteerd wordt. Je leert kijken naar wat mensen beweegt en motiveert in het maken van keuzes. Als je je bewust bent van het gedrag van mensen, kun je daar in je ontwerp op inspelen.
Wat ik miste in de opleiding is de directe link met de productie. Het kon blijven bij het spuien van ideeën die niet verder kwamen dan school. Je moet jezelf blijven uitdagen en zelf verder gaan dan de grenzen van de school. Zo stimuleerde men de ontwikkeling van een bepaald ambacht, maar de lessen op school in bepaalde technieken waren beperkt.”
Volgens Job ligt het accent van de opleiding op het zo breed mogelijk ontwikkelen van een ontwerp. „Je kunt een bank ontwerpen, maar ook een visie op hoe mensen moeten zitten. Je moet kritisch om je heen kijken, zodat je ontwerpen kunt maken die vooruitlopen op de tijd. Dit proces is ontzettend belangrijk, omdat het de overkoepelende gedachte is, die veel verder reikt dan het uiteindelijke product. Het product is uiteindelijk slechts een voortvloeisel uit het proces. Je bevindingen in een dergelijk denkproces maken of breken je uiteindelijke concept. Tegelijkertijd wil je dat je product functioneel is en aansluit op de wensen van de doelgroep. Dat evenwicht tussen het belang van het concept en het proces vereist veel denkwerk.”
Volgens Job is het volgen van een kunstopleiding voor iemand met een reformatorische achtergrond niet moeilijker dan bij andere opleidingen. „Je zult wel vaker je gedachten en ideeën moeten toelichten of uitleggen. Ontwerpen wellen op uit je eigen gedachte- en ideeënwereld. Deze zijn cultureel gekleurd en hebben ook sterk te maken met je normen en waarden. Dit biedt tegelijkertijd een prachtige mogelijkheid om wat te zeggen over je christen-zijn. Bijvoorbeeld als er, naar aanleiding van vernieuwende ontwerpen, gesprekken ontstaan over de toekomst. Je wordt dan geconfronteerd met de meest uiteenlopende gedachten, zoals een totale vernietiging van de aarde of de vlucht naar andere planeten. Voor mij bieden juist deze momenten een kans om iets te vertellen over het onvolkomen nu, en de volkomen heerlijkheid die straks komen gaat.”
Naam: Marieke Ligtenberg
Leeftijd: 20 jaar
Plaats: Rijssen
Opleiding: docent beeldende kunst en vormgeving, Windesheim, in Zwolle
Gefeliciteerd, je bent toegelaten. Maar je zult het moeilijk krijgen. Met deze woorden werd Marieke Ligtenberg toegelaten tot de opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving.
„Die woorden zetten me opnieuw aan het denken. Moest ik deze opleiding wel gaan doen en hoe kon ik mij als christen op een verantwoorde manier intensief bezighouden met kunst?” Een aantal diepgaande gesprekken met haar docent tekenen geeft de doorslag. „Als je zeker weet dat je talenten in dit vakgebied liggen, krijg je ook de kracht om grenzen te stellen.”
Al in de eerste kennismaking met de studenten in haar klas vertelt Marieke openhartig over haar christelijke achtergrond. „Mijn medestudenten accepteerden dat gelijk. Ook mijn afwijzing rondom de naaktschilderkunst of het boetseren van een naakt model werden direct aanvaard.”
Docenten gaven haar bij principiële bezwaren een alternatieve opdracht. „Op die manier kon ook ik, met mijn christelijke achtergrond, zonder gewetensbezwaren een kunstopleiding doen.”
Toch wordt de Rijssense geconfronteerd met een andere wereld. „Voorheen kon ik mijn creativiteit ontwikkelen in een beschermde omgeving. Nu kwam ik in aanraking met de dans- en theaterwereld en de harde wereld van de commercie. Dat zorgde soms voor moeilijke momenten. Omdat het in de kunstwereld vooral draait om visie en mening word je geacht alles te onderzoeken. Duidelijke grenzen stellen is hetgeen je op de been houdt.”
Volgens Marieke ligt het speerpunt van de opleiding in het ontdekken van een eigen stijl en het vertalen daarvan naar de buitenwereld. „Je verzamelt vanaf het begin van de opleiding beelden die je persoonlijk inspireren. Beelden die een bepaald gevoel in je opwekken en waar je inspiratie uithaalt. Aan de hand van deze beelden maak je de eerste schetsen. Elke stap in het proces naar een eindwerkstuk wordt door de docent beoordeeld. Dat betekent dat je nooit blijft steken in één idee. Je kunt in een dergelijk proces altijd verschillende kanten op en de keuzes die je daarin maakt leiden tot een zeer persoonlijk eindresultaat.”
Ook besteedt de opleiding volgens Marieke veel aandacht aan presentatie. „Presenteren en het verwoorden van je visie vormen een onmisbaar onderdeel in de opleiding. Kunst is een autonoom product, maar je wilt er tegelijkertijd iets mee overdragen. Als kunstenaar heb je de neiging om helemaal op te gaan in je werkstuk en te vergeten dat je doelgroep het wel moet begrijpen. Daarom is het belangrijk dat je leert je kunstwerk op een verantwoorde manier te vertalen en uit te leggen aan buitenstaanders. Als christelijke kunstenaar toon je in al je werken iets van de wonderen van de schepping. Mijn docenten begrepen dat niet altijd. Maar er was altijd wel ruimte voor het uiten van geloofsbeleving in je werken.”
Etstechnieken, hout- en metaalbewerking, lassen, solderen en tekenen. De opleiding tot docent beeldende kunst en vormgeving draait om het leren beheersen van ambachten. „Deze veelzijdigheid maakt de opleiding juist zo bijzonder”, aldus Marieke. „Als docent moet je al deze technieken ook kunnen overdragen aan je leerlingen. Ik heb me vooral toegelegd op hout- en metaalbewerking en fotografie.”
Marieke heeft, ondanks de soms lastige confrontaties, de opleiding als positief ervaren. „Je leert veel over wie je bent en waar je voor staat. Als docent is dit onmisbare bagage om leerlingen in hun ontwikkelingsproces te begeleiden. Het wordt tijd dat we het vage idee over de kunstopleidingen weghalen. Kunst is praktisch en prachtig.”