Inspectie: Aantal abortussen daalt licht
DEN HAAG – Het aantal in Nederland uitgevoerde abortussen is vorig jaar licht gedaald. Wel vertoonde het aantal late zwangerschapsafbrekingen een lichte stijging.
Dat blijkt uit de Jaarrapportage 2009 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, die minister Schippers (VWS) voor het kerstreces naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In 2009 werden 32.427 abortussen uitgevoerd, 556 minder dan in 2008. Dit aantal is inclusief de zogeheten overtijdbehandelingen.
De daling komt vooral doordat het aantal buiten Nederland woonachtige vrouwen dat naar Nederland kwam voor een abortusingreep met 381 afnam tot 4055. De resterende daling van 151 komt op het conto van vrouwen die in Nederland wonen, aldus het inspectierapport.
Zowel vanuit Duitsland als vanuit België/Luxemburg komen jaarlijks ongeveer duizend vrouwen voor een abortusbehandeling naar Nederland.
Evenals in voorgaande jaren vonden ook in 2009 de meeste abortussen, een kwart, plaats bij vrouwen tussen de 20 en de 25 jaar. Het aantal abortussen bij een tienerzwangerschap daalde met 70 naar 4535. Van dit aantal werden 101 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd bij meisjes onder de 15; eveneens een lichte daling van 28.
Van alle vrouwen bij wie de ingreep plaatsvond, had de helft nog geen levende kinderen uit eerdere zwangerschappen. Bijna een kwart van alle vrouwen had al eerder een abortus ondergaan, ongeveer 10 procent zelfs twee keer of meer.
Ten opzichte van het aantal levendgeborenen –181.336 in 2007, 184.915 in 2009– nam het relatief aantal abortussen licht af. De inspectie becijfert een abortusratio van 153 afgebroken zwangerschappen per 1000 levendgeborenen. Omgerekend komt dat erop neer dat nog altijd bijna een op de zeven zwangerschappen door een abortusingreep wordt beëindigd.
Het aantal abortussen dat werd uitgevoerd na een zwangerschapsduur van twintig weken of meer bedroeg vorig jaar 288. Dat is een forse stijging ten opzichte van het aantal van 140 uit 2006. Wel lijkt de groei van deze zogeheten late abortussen af te vlakken. Het aantal van deze late zwangerschapsafbrekingen dat de inspectie overigens toeschrijft aan het breder beschikbaar stellen van de twintigwekenecho door de overheid bedroeg in 2008 276.
In een reactie op deze cijfers heeft de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie diverse keren voorgesteld de echo pas na de 24e zwangerschapsweek aan te bieden. Vrijwel alle fracties, inclusief het CDA, staan daar afwijzend tegenover, omdat ze vinden dat daarmee de keuzevrijheid van vrouwen rond abortus wordt inperkt.
