Het nieuwe park moet onder andere een opvangfunctie voor gewonde otters krijgen. Daarnaast wil de stichting verdergaan met het fokken van otters. Morgen heeft de directeur een gesprek met de gemeente Steenwijkerland over de financiering van het otterstation.

De Jongh verkocht otterpark Aqualutra in Leeuwarden in 2001 aan een recreatiebedrijf uit Noord-Brabant dat er een dierentuin van wilde maken. Aqualutra, dat in 1994 werd geopend, verkeerde vanaf het begin in financiële moeilijkheden. „Dat kwam door een mislukte aanbesteding. Omdat er niet voldoende draagvlak van de provincie Friesland en de gemeente Leeuwarden was, hebben we het park toen verkocht”, aldus De Jongh.

Doordat het otterpark altijd veel publiek trok, heeft de stichting vertrouwen in het succes van een nieuw station in de Kop van Overijssel. De stichting heeft zelf een half miljoen euro tot haar beschikking. „Het lukt echter niet zonder subsidies van de gemeente en de provincie”, stelt de directeur, die nog geen uitspraken wil doen over de totale kosten van het otterstation.

De stichting geeft de voorkeur aan een otterstation in de buurt van Nationaal Park De Weerribben, omdat het zich dicht bij de otters bevindt, die daar in het kader van de herintroductie zijn uitgezet.

In het gebied zijn in juli vorig jaar vijftien otters uitgezet, waarvan er nog zeven over zijn. Vijf otters zijn onvindbaar en drie zijn er dood. In totaal moeten er veertig otters uitgezet worden in het gebied. Ondanks de kritiek die de stichting kreeg over de voortgang van het project blijft De Jongh positief. „Het gaat erg goed met de zeven otters die nog over zijn.” Hij hoopt dan ook dat het ministerie van Landbouw snel toestemming geeft om door te gaan met het project.