De Pakistaanse autoriteiten bevestigden zondag dat de aanslag was gepleegd door een meisje of vrouw van tussen de 16 en 18 jaar. De sekse van de dader kon pas worden vastgesteld na uitvoerig onderzoek.

Het geweldsincident had zaterdag plaats in de stad Khar in het district Bajaur. De vrouw wierp eerst een aantal handgranaten en blies daarna zichzelf op in de omgeving van een groep mannen, vrouwen en kinderen, die zich had verzameld bij een distributiepunt van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. De voedselhulp is tot nader order stilgelegd in verband met de zelfmoordaanslag.

De radicaalislamitische Talibanbeweging heeft via een woordvoerder de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist. De zegsman stelde dat de dader een man was. Doelwit van de actie waren leden van een stam die vriendschappelijke banden zou onderhouden met de autoriteiten in Pakistan en die vijandig zou staan tegenover de Taliban.

Het onherbergzame gebied aan de grens met Afghanistan is een bolwerk van moslimextremisten van onder meer de Taliban. Zij strijden er tegen het Pakistaanse leger, regeringsgezinde stammen en buitenlandse militairen. De Verenigde Staten beschouwen de grensstreek als een van de gevaarlijkste gebieden op aarde.

„Als de militanten vaker vrouwen gaan inzetten bij dit soort aanslagen, dan is dat een enorm probleem voor het veiligheidsapparaat”, aldus Rahimullah Yusufzai, een expert op het gebied van tribale zaken en extremisme. Hij wijst erop dat de politie niet beschikt over voldoende vrouwelijke agenten om burgers in boerka te controleren. In de uiterst conservatieve cultuur van het gebied staan veel mannen het sowieso niet toe dat hun vrouwen worden gefouilleerd.

De aanslag gebeurde een dag na hevige gevechten tussen het leger en extremisten in Mohmand, een naast Bajaur gelegen district dat eveneens een bolwerk is van militante moslims. Volgens de autoriteiten stierven elf militairen en veertig opstandelingen.