„Onkruidverdelger leidt tot misvormde embryo’s van kikkers en kippen”
BILTHOVEN – Het gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat (Roundup) voor genetisch gemodificeerde gewassen zoals soja heeft in de VS geleid tot enkele onvoorziene nadelige gevolgen. Deze moeten echter niet worden toegeschreven aan de gengewassen zelf.
Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd studierapport van Wageningen Universiteit dat is opgesteld in opdracht van de Commissie Genetische Modificatie (Cogem).
In de VS worden inmiddels vijftien jaar genetisch gemodificeerde gewassen verbouwd. Dat heeft volgens de onderzoekers enkele grotendeels voorziene nadelige gevolgen gehad, zoals afname van insectenpopulaties en onkruiden op de akkers, een veranderde gevoeligheid van de planten voor ziektes en weersinvloeden en het optreden van resistentie bij plaaginsecten en onkruiden.
De onvoorziene gevolgen zijn te wijten aan het gebruik van de onkruidverdelger Roundup. Dit herbicide zorgt er volgens de onderzoekers voor dat de genetisch aangepaste planten minder essentiële mineralen zoals ijzer en mangaan uit de bodem opnemen. Daardoor zijn ze gevoeliger voor schimmelziekten dan conventionele gewassen.
In de praktijk zijn deze problemen echter door bijmesten te verhelpen, zo stellen de onderzoekers in hun studierapport.
In september waarschuwde een internationale coalitie van kritische wetenschappers voor de nadelige gevolgen voor mens en milieu van de teelt van RoundupReady soja en het gebruik van glyfosaat.
Het bestrijdingsmiddel is volgens hen veel schadelijker dan werd aangenomen. De wetenschappers leggen in het rapport ”Genetisch gemanipuleerde soja: Duurzaam? Verantwoord?” een verband met miskramen, geboortedefecten en kanker bij mensen, zelfs in doses lager dan gangbaar in de landbouw.
Volgens de critici, die zich zeggen te baseren op meer dan honderd wetenschappelijke studies, tast de teelt van RoundupReady soja met grote hoeveelheden Roundup de gezondheid van mensen en dieren aan, leidt het tot een verhoogd gebruik van bestrijdingsmiddelen en het ontstaan van resistente onkruiden.
De Argentijnse professor Andres Carrasco, coauteur van het rapport, toonde aan dat glyfosaat misvormingen veroorzaakt in embryo’s van kikkers en kippen. Hij stelt dat vergelijkbare effecten zijn te vinden bij mensen in sojagebieden waar veel Roundup gespoten wordt. Getuigenissen vanuit de plattelandsbevolking bevestigen dit volgens Carrasco.
Volgens insiders is niet zozeer de stof glyfosaat de boosdoener, maar gaat het om bepaalde hulpstoffen in Roundup. Een beruchte is polyoxyethylene amine, een surfactant (uitvloeier) die ook wel polyethoxylated tallow amine (POEA) wordt genoemd. Veel studies zijn gedaan met Roundup dat deze hulpstof bevatte. Inmiddels werkt de gewasbeschermingsindustrie en ook Roundupfabrikant Monsanto aan nieuwe, minder schadelijke hulpstoffen. Een aantal daarvan is al op de markt.