De Sloman Traveller raakte vrijdagavond in moeilijkheden tijdens de westerstorm die over de Noordzee raasde. Het schip, dat vaart onder de vlag van het Caraïbische staatje Atigua en Barbuda, was op weg van Engelse Felixstowe naar Bremen.

Er ontstond door nog onbekende oorzaak brand in een van de ruimen. Daarin bevinden zich allerlei chemische stoffen, waaronder aceton en tolueen. De zestienkoppige bemanning werd met de reddingshelikopter van het brandende schip gehaald.

Volgens een woordvoerder van de Kustwacht is nablussen op het vrachtschip nog geruime tijd nodig. De bergers hebben geen last meer van de gevaarlijke stoffen. Het is nog niet duidelijk of de Sloman Traveller op eigen kracht naar een haven kan varen of dat het moet worden gesleept. De havens van Delfzijl en Bremerhaven zijn bereid het schip binnen te laten.

De rook die bij de brand vrijkwam, was in de beginfase van de brand alleen gevaarlijk voor de bergers en blussers bij het schip. Zij werkten met speciale pakken en filterapparatuur. Op de nabijgelegen eilanden Vlieland en Terschelling werden geen schadelijke stoffen gemeten, maar wel was er op het strand van Terschelling een soort chloorlucht te ruiken. De bewoners van de beide eilanden kregen zaterdag het advies binnen te blijven en ramen en deuren gesloten te houden.

Het vrachtschip de Hunte dat in de storm van vrijdag vastliep op het eiland Texel, ligt daar nog altijd. Pogingen om de boot los te trekken zijn tot dusver mislukt. De slepers krijgen over enkele uren, als het hoog water is, een nieuwe kans.