Belijdenis
Psalm 51:13
„… en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.” David was versuft, zeker totdat Nathan de profeet tot hem kwam. Het hart wordt door de bedrieglijkheid van de zonde verhard. Zondigen tegen de consciëntie is de weg om de consciëntie toe te schroeien. Sommigen veronderstellen dat er negen maanden lagen tussen deze zondedaad van David en zijn wederkeer. David kwam niet tot een hartelijke erkenning en belijdenis des harten van zijn zonden.
O lezer, ga u niet beroemen op de gunst van God, de vastheid van Zijn verbond, de zekerheid van uw verlossing uit de strik van de duivel als u het erop waagt aan een bekende zonde toe te geven, of erin te leven. Het is gemakkelijk om in de zonde te vallen, maar het is niet zo gemakkelijk om daaruit weer op te staan tot bekering.
Davids kracht was zeer verzwakt na zijn diepe val. Petrus’ verloochening kostte hem veel tranen. Wanneer het berouw of de bekering oprecht is, geeft een gelovige er niet om dat zijn belijdenis van de zonde hem in zijn schaamte en schande openbaar maakt.
John Hill, predikant te Londen
(”Een ootmoedig gebed”)