„Quellhorstorgel Zwolle in gevaar”
ZWOLLE – Het Quellhorstorgel van de voormalige Bethlehemse Kerk in Zwolle wordt bedreigd, stelt Jan Taco te Gussinklo.
Dat heeft de Zwolse historicus aan wethouder Vedelaar van Zwolle laten weten, meldt de Stentor woensdag. Volgens Te Gussinklo lijdt het instrument onder de feesten die in de kerk worden gehouden. Het godshuis draagt als uitgaanscentrum de naam De Proosdij.
Te Gussinklo heeft de wethouder gevraagd ervoor te zorgen dat het orgel met meer respect wordt behandeld. „De bedreigingen zijn niet gering”, stelt Te Gussinklo. „Op deze foto zie je tijdens de Goldparty 2009 een diskjockey op de kansel staan, er is open vuur, het publiek danst op de grafstenen. Religieus erfgoed wordt wel erg weinig respectvol behandeld.” Bij de Goldparty dit jaar was het niet anders, aldus Te Gussinklo. „Naar verluidt hetzelfde beeld, met een overvolle kerk, een verstikkende hitte en vonken.” Zulke omstandigheden zijn niet bevorderlijk voor de conditie van het orgel, aldus de historicus.
Het Quellhorst/Naberorgel van de Zwolse Bethlehemse Kerk dateert uit 1826. In 1983 werd het tweeklaviers instrument (24 stemmen) nog gerestaureerd door Flentrop Orgelbouw.
De Bethlehemse Kerk gaat deels terug tot de 14e eeuw en maakte vroeger deel uit van het augustijnenklooster Bethlehem. Het behoort tot de oudste gebouwen van Zwolle. In 1998 verliet de hervormde gemeente het gebouw, waarna het een horecagelegenheid werd. Het Quellhorstorgel was weliswaar verkocht aan de Oude Kerk in Soesterberg, maar de gemeente Zwolle zorgde ervoor dat het instrument in de Bethlehemse Kerk bleef hangen. Het was de bedoeling om het met de andere Zwolse kerkorgels in een beheersstichting onder te brengen. Dat is echter nog niet van de grond gekomen.
Eigenaar Hans Borrel van De Proosdij stelt tegenover de Stentor dat de gemeente zich geen zorgen hoeft te maken over het orgel. „Het hangt hier goed. Ik heb sensors laten plaatsen die ervoor zorgen dat de temperatuur boven in de kerk continu 16 graden is. En er wordt vrij regelmatig op geoefend, het staat niet stil.” Hij geeft toe dat er bij de Goldparty met open vuur is gewerkt. „Dat was niet mijn idee, dat wil ik ook niet meer hebben.”