Problemen door einde dienstplicht Duitsland
BERLIJN – In juli 2011 eindigt de militaire dienstplicht in Duitsland, en daarmee ook de vervangende dienstplicht. Een sociale kaalslag dreigt.
Sebastian Dähne stopt de flesjes bier in de koelkast, en legt daarna de tv-gids en een zakje vitaminebonbons op de salontafel van de 86-jarige Schrader. Twee keer per week krijgt Schrader bezoek van een zogenaamde ”zivi”, zoals de 21-jarige Dähne in de volksmond heet. Zivi is in Duitsland de benaming voor iemand die vervangende diensplicht vervult.
Ze komen voor een paar boodschappen, en om een praatje te maken. Schrader gaat het huis niet meer uit. „Ik kan niet eens de post meer halen. Maar ik ben eraan gewend ondertussen, ik mis niks. Ik ben ook al jaren niet meer bij de dokter geweest”, zegt de Berlijner in zijn kleine bovenwoning.
Dähne vervult zijn diensplicht bij de afdeling thuiszorg van het verpleeghuis Bethel, in de Berlijnse wijk Friedrichshain. Afgewisseld door twee collega’s bezoekt hij tussen de dertig en de veertig hulpbehoevenden, ouderen zoals Schrader en mensen die slecht ter been zijn.
Bijna een kwart van elke lichting doet vervangende dienstplicht. Dat is meer dan het aantal jongemannen dat voor de militaire dienst kiest. Meer dan de helft wordt van de plicht ontslagen of afgekeurd. Sinds de invoering van de vervangende dienstplicht, in 1961, dienden ruim 2,5 miljoen Duitse mannen gewetensbezwaren in en werkten in een ziekenhuis, kinderdagverblijf of een gehandicaptencentrum.
Voor veel sociale en zorginstellingen zijn de zivi’s inmiddels onmisbaar. Ook voor het Friedrichshainse Bethel. De drie jongemannen verrichten allerlei hand-en-spandiensten die de smeerolie van de organisatie zijn. Schoonmaken, een verpleegster helpen met tillen, medicijnen halen bij de apotheek.
De economische waarde van het werk van de zivi’s werd door het ministerie van Gezinszaken in 2008 op 1,8 miljard euro geschat.
„Onze kerntaken zullen niet lijden onder het wegvallen van de zivi’s”, zegt directeur Harald Braun van Bethel, die achttien vaste krachten onder zijn hoede heeft. „Het zijn onze patiënten die het gaan voelen. Wat de zivi’s nu doen, moeten dan professionele krachten uitvoeren. Friedrichshain is een arme wijk, velen zullen dat niet kunnen betalen. En het sociale element, tijd voor een praatje, is er dan niet meer bij.”
Vrijwilligersdienst
De bejaarde Schrader kan het nog niet zo vatten dat zijn ondersteuning binnenkort wegvalt. „Iemand zal me wel de boodschappen brengen. Ik heb niet veel nodig.” Maar als Dähne weer in de auto stapt, opent Schrader het raam en roept hem gedag.
Jarenlang is er gediscussieerd over de afschaffing van de dienstplicht. Nu is het plotseling zo ver en over de zorgsector lijkt niemand te hebben nagedacht. De grote hulporganisaties werken nu met het ministerie van Gezinszaken in allerijl aan het opzetten van een nationale vrijwilligersdienst die het wegvallen van de huidige 74.000 zivi’s in de zorgsector een beetje moet opvangen.
Maar de 35.000 vrijwilligersplaatsen die de verantwoordelijke minister Kristina Schröder (CDU) wil subsidiëren kunnen het gat niet opvullen, temeer omdat de nieuwe vrijwilligers ook in de sport- of de cultuursector aan de slag mogen.
Volgens Christel Buschke, die plaatsing van ongeveer 1500 zivi’s voor bijna 500 liefdadigheidsinstellingen in Berlijn en omstreken coördineert, zitten veel van die instellingen met de handen in het haar: „Ze kunnen nog niets doen omdat het nog niet duidelijk is hoe die nieuwe vrijwilligersdienst eruit gaat zien. Maar de tijd dringt.”
Dat geldt ook voor Bethel. Directeur Braun: „Nu al krijgen we de ziviplaatsen niet meer vol. En ik denk niet dat er zich straks veel jonge mannen vrijwillig zullen melden.”
Ook dat is een van de consequenties: nog minder mannen komen in aanraking met de zorgsector, die nu al alle middelen inzet om meer mannen aan te trekken.
Bij Bethel werken diverse oud-zivi’s als invalkracht. „Een van de jongens besloot door zijn vervangende dienst de verpleging in te gaan”, weet Braun.
De donkerblonde Dähne manoeuvreert zijn auto behendig door de besneeuwde straten. „Soms is het gewoon handig als er juist een man bij is”, zegt hij. „Bijvoorbeeld als iemand van 90 kilo in zijn rolstoel geholpen moet worden. Dat zie ik veel van die sierlijke verpleegsters straks niet alleen doen.”
Maar hij geeft toe dat hij er zelf niet voor gekozen zou hebben. Nu plakt hij er vrijwillig nog een paar maanden aan vast, tot zijn studie machinebouw begint. Dähne: „Ik baalde toen ik werd opgeroepen. Ik studeerde net. Nu ben ik blij met deze ervaring. Ik weet nu wat het betekent als mensen op anderen zijn aangewezen. Het is een verbreding van mijn horizon.”