Iedereen vist in dezelfde zoutvijver
RIJSWIJK (ANP) – Zoutproducenten als AkzoNobel leveren hun zout voor het overgrote deel aan de chemische industrie. Een minder fors deel is bestemd voor de farma- en voedingsmiddelenindustrie en de rest is wegenzout of strooizout. Nu door de aantrekkende economie de vraag vanuit de chemische industrie weer hoog is en koning Winter in Europa heerst, is het dringen voor de poorten van de zoutopslag.
De fabrieken van Akzo draaien sinds kerst vorig jaar op de maximumcapaciteit, medio dit jaar is er in Delfzijl zelfs een fabriek bijgekomen. „We hebben vorig jaar voor het eerst zout uit Egypte gehaald, dat herhalen we dit jaar weer”, vertelde Huub Verbeeten van AkzoNobel. „Er is nu al heel veel vraag en we zitten pas in december.”
Akzo levert alleen nog zout op contractbasis, contracten die er dit jaar anders uitzien dan vorig jaar. „Iedereen heeft lessen uit de vorige winter getrokken en wij zeker”, aldus Verbeeten. Volgens hem waren de verhoudingen tussen de „rechten en plichten” niet helemaal duidelijk. De partijen waar Akzo zaken mee doet, zoals gemeenten, willen het zout eigenlijk alleen afnemen als ze het nodig hebben. „Nu is de afspraak dat ze afnemen wat is afgesproken.”
Als de partijen dan tekortkomen, kunnen ze een verzoek doen om meer zout. „Als we het hebben, leveren we het of we proberen het ergens anders vandaan te halen.” Maar wat in het contract staat, is de verplichting en meer niet. Rijkswaterstaat is deze winter ingegaan met 90.000 ton voorraad strooizout. In een normale winter wordt er 60.000 ton uitgestrooid, vorig jaar was dat maar liefst 191.000 ton.
„Zoveel zouden we nooit kunnen opslaan”, aldus een woordvoerster van de dienst. Bovendien zou Rijkswaterstaat als de dooi nu definitief zou inzetten met de voorraad blijven zitten. Anderzijds liggen de prijzen voor losse partijen hoger dan de contractprijzen, die dit jaar ook al hoger liggen dan vorig jaar. „Door schaarste gaat de prijs omhoog.”
Een partij die naar aanleiding van de vorige winter wel brood zag in strooizout, is het Brabantse bouw- en infrabedrijf Rasenberg. Rijkswaterstaat is een grote klant van het bedrijf. „Naar aanleiding van de tekorten van vorig jaar zijn we gaan onderzoeken of het de moeite loonde om zelf zout in te kopen”, vertelde een woordvoerster van het bedrijf.
Rasenberg haalt het zout nu uit Turkije. Volgens de woordvoerster wordt het nu de hoeveelheden toenemen „een aardige business, maar het geld stroomt niet binnen hoor”. Ook handelaar Eurosalt stelt niet slapend rijk te worden van het zout. „Bij een zachte winter waar weinig zout wordt gebruikt, valt de winst weg en kan het zelfs tot een negatief resultaat leiden omdat je hoge kosten hebt.”
In het noorden is Frisia nog actief als zoutproducent, ook dat ziet de voorraden teruglopen. Maar het bedrijf ziet nog geen aanleidingom extra zout te winnen. Bij Frisia is de helft bestemd voor de industrie en de helft voor de weg.
„Behalve zout strooien, kan je ook pekel sproeien”, weet Akzo te vertellen. Sommige gemeenten zouden dat al proberen, het omzeilt de drukke zoutfabrieken en zou dus een oplossing kunnen zijn. „Want we hebben nog heel veel winter voor ons.”