Bootvluchtelingen houden Australiërs in de greep
CANBERRA – Dramatische toestanden vorige week woensdag op de kust van Christmas Island, toen daar een houten boot met bootvluchtelingen te pletter sloeg tegen de rotsen. Premier Julia Gillard liet zondag weten dat zeker 48 mensen daarbij de dood vonden.
Het is niet toevallig dat op dit eiland dit drama plaats vond. Op Christmas Island, dat dicht bij Indonesië ligt, heeft de Australische regering immers een opvangcentrum voor illegale bootvluchtelingen, en dat trekt vluchtelingen aan. Meer dan 5000 asielzoekers uit Irak, Afghanistan en Sri Lanka kwamen afgelopen jaar naar Australië, meestal in wankele bootjes, en via dit eiland.
Overigens is de organisator van de desastreuze boottocht van vorige week zeer waarschijnlijk de Irakees Ali Regi (een schuilnaam). Hij staat in Indonesië bekend als gehaaide mensensmokkelaar die zich heeft gespecialiseerd in het smokkelen van Iraniërs en Iraakse Koerden naar Australië. Regi zorgde dit jaar voor een fikse stijging van het aantal Iraanse asielzoekers in Australië. Vorig jaar waren dat er 72; dit jaar 700.
In de Australische pers werd vorige week gediscussieerd over de vraag waarom in Australië de asielzoekerskwestie altijd zo veel ophef veroorzaakt. Het drama op Christmas Island schokte iedereen terecht, maar waarom raken wij ook op andere momenten altijd zo snel opgewonden van asielzoekers en bootvluchtelingen? vroeg de schrijver van een opinieartikel in de Sydney Morning Herald zich af. Het sterkste antwoord op die vraag was dat het voor Australische politici een dankbaar thema is om kiezers mee te winnen. „Maak eerst mensen bang dat er een ongecontroleerde invasie van buitenlanders aankomt, en kom dan met snelle oplossingen die het gevaar indammen”.
Zowel links als rechts doet daar inmiddels aan mee. Laborpremier Kevin Rudd nam in 2007 nog afstand van het beleid van zijn voorganger de conservatieve John Howard, die met zijn ”Pacific Solution” de opvang van bootvluchtelingen „offshore” wilde regelen. Het aantal bootvluchtelingen nam vervolgens sterk toe en de conservatieve oppositie zag zijn gelijk bevestigd: een softer asielbeleid trekt meer asielzoekers aan.
Sindsdiens doen Laborregeringsleiders hard mee om streng over te komen wat hun asielbeleid betreft. Zo riep Rudds opvolger premier Julia Gillard haar linkse achterban op zich vooral niet te schamen als ze zich keerden tegen nieuwe bootvluchtelingen. Ze lanceerde het idee om op Oost-Timor een opvangcentrum te zetten, maar stuitte op te hoge kosten en onwil van de regering van Oost- Timor. Nu men daar het drama van Christmas Island heeft gezien, zit men daar helemaal niet te wachten op zo’n centrum. Intussen blijft Gillard het belang van een regionale benadering van asielzoekers benadrukken.
Vanwege het drama op de kust van Christmas Island zal het asielprobleem de gemoederen in Australië weer een tijdje bezighouden, is de verwachting. Om kritiek op haar asielbeleid bij voorbaat te pareren, stelde Gillard vorige week voor om een nationaal onderzoeksteam van ministers en oppositieleden samen te stellen die de toedracht op Christmas Island haarfijn gaat onderzoeken. De oppositie bedankte vriendelijk.
Intussen zijn er ook andere geluiden. ”It’s time to stop the pandering” (Tijd om het uitbuiten te stoppen), kopte een krant. „Laten alle politici toegeven dat ze gefaald hebben bij het waardig opvangen van asielzoekers en dat ze alleen maar misbruik ten eigen bate hebben gemaakt van het leed van asielzoekers.”
Die oproep klinkt ook door in de studie ”Responding to Boat Arrivals in Australia” van dr. Khalid Koser. Koser is onderdirecteur van het Centrum voor Veiligheidsbeleid in Genève, en medewerker van het Lowy Instituut voor Internationale Politiek in Sydney. Hij schreef zijn analyse deze maand voor dit Lowy Instituut.
Waar maken we ons eigenlijk druk om? vraagt Koser zich af, als hij de enorme hoeveelheden geld ziet die in de voortijdige opvang van asielzoekers wordt gestoken. Hij wijst erop dat de meeste asielzoekers in Australië uit een beperkt aantal landen kwamen: China, Afghanistan en Sri Lanka (in volgorde van aantallen). Sri Lanka is het afgelopen jaar als ‘leverancier’ in belangrijkheid afgenomen; Afghanistan wordt juist belangrijker. In totaal waren beide landen de afgelopen twee jaar goed voor 75 procent van alle bootvluchtelingen. Bovendien bleken de afgelopen tien jaar bijna alle bootvluchtelingen ook echte vluchtelingen te zijn, die dus ook een status kregen. Onder de asielzoekers die netjes per vliegtuig in Australië aankomen ligt dat aandeel veel lager, met 20 procent.
Verder wijst Koser erop dat de maatregelen die politici nemen, vrijwel allemaal symptoombestrijding zijn. Hij adviseert om met de transitlanden meer samenwerking aan te gaan, bijvoorbeeld bij de aanpak van mensensmokkelaars, en meer informatie uit te wisselen.