Groen licht voor homo’s in Amerikaanse leger
WASHINGTON (ANP) – Homoseksuelen en lesbiennes mogen binnenkort in het Amerikaanse leger uitkomen voor hun geaardheid. Na het Huis van Afgevaardigden heeft ook de Senaat daar zaterdag mee ingestemd, ondanks aanhoudend verzet.
De maatregel is een geesteskind van de Democratische president Barack Obama. Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen van 2008 had hij beloofd dat hij een einde zou maken aan de regel ‘don’t ask, don’t tell’. Die bepaalt dat homo’s en lesbiennes alleen in het leger mogen dienen als ze hun geaardheid voor zich houden.
In een eerste reactie op de uitslag liet het Witte Huis weten dat het toelaten van homoseksuele militairen in het landsbelang is: „Het versterkt de nationale veiligheid terwijl het de gelijkheid in stand houdt waarop dit land is gegrond.” Voorafgaand aan de stemming had Obama nog een laatste oproep aan de senatoren gedaan. „Het is tijd om te erkennen dat opoffering, moed en integriteit net zo min worden bepaald door geaardheid als door ras, geslacht, godsdienst of overtuiging”, verklaarde de president.
De Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates en admiraal Mike Mullen hebben de uitslag van de stemming verwelkomd. „Niet langer zullen geschikte mannen en vrouwen die hun land willen dienen en zich ervoor willen opofferen, hun integriteit hoeven op te offeren”, verklaarde Mullen, de hoogste militair in de Amerikaanse strijdkrachten. Gates waarschuwde wel dat het tijd kost om de nieuwe regel in de praktijk te brengen.
Binnen het leger en de Republikeinse partij bestond veel verzet tegen afschaffing van ‘don’t ask, don’t tell’. Volgens de tegenstanders zou toelaten van homo’s het moreel en de discipline binnen het leger ondermijnen. De bevelhebber van het Amerikaanse Korps Mariniers beweerde dat het Democratische plan levens van militairen in gevaar zou brengen.
Hoofdredacteur Henk Krol van de Gaykrant liet weten blij te zijn met de stemming in de Amerikaanse Senaat, ook al is het in zijn ogen te zot voor woorden dat „we daar in deze tijd nog over moeten praten”. Ook het COC is „buitengewoon verheugd”.