Het Europees Hof van Justitie heeft dat donderdag bepaald. Volgens het hof moet de Staat het geld terugvorderen, vermeerderd met de rente.

Volgens een woordvoerder van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), zoals de rechtspersoon tegenwoordig heet, is het bedrag enkele jaren geleden al terugbetaald. De NPO bekijkt wel de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de uitspraak van het EU-hof. Het ministerie van Onderwijs bestudeert de uitspraak nog, laat een zegsman weten.

De Europese Commissie betwijfelt echter ernstig of de Staat de staatssteun daadwerkelijk heeft teruggekregen. De commissie heeft dat donderdag verklaard tegenover het Financieele Dagblad. De NPO heeft het geld eind 2006 wel overgemaakt naar Den Haag, maar zou het vrijwel meteen weer hebben terugontvangen. De Europese Commissie gaat er werk van maken dat het geld ook echt teruggaat naar de Staat, aldus een commissiewoordvoerster in een verklaring.

Het hof stelde donderdag met zijn uitspraak de Europese Commissie in het gelijk, die de financiering van de Nederlandse publieke omroep in 2006 deels als staatssteun had aangemerkt. Zowel de Staat als de NOS waren hiertegen in beroep gegaan.

De Europese Commissie was in het geweer gekomen na in 2002 en 2003 klachten te hebben ontvangen van commerciële Nederlandse omroepen over bepaalde betalingen die de NOS van de overheid had ontvangen in de periode 1994 tot 2005. Het dagelijks bestuur van de EU oordeelde dat er inderdaad sprake was van ongeoorloofde staatssteun.

De uitspraak van het EU-hof is gedaan door een onderrechtbank, zodat er nog beroep mogelijk is.