„Moeilijk onderste steen boven te krijgen”
Zal ooit duidelijk worden wat er op zaterdagmiddag 13 mei 2000 in de Enschedese wijk Roombeek is gebeurd? „Op een plek waar geen steen meer op de andere staat is het moeilijk de onderste steen boven te krijgen.”
Met deze uitspraak sloeg de president van het gerechtshof in Arnhem, mr. G. Mannoury, maandagmiddag de spijker op de kop. Een definitieve verklaring voor wat er precies die warme zaterdagmiddag is gebeurd, is er drie jaar na dato nog altijd niet. „Wie gooide de lont in het kruitvat? Gooide wel iemand de lont in het kruitvat?”
Volgens Mannoury bestaat er in de samenleving grote behoefte aan duidelijkheid over de oorzaak van de vuurwerkramp. Dat politie en justitie niet hebben kunnen achterhalen wat er precies is gebeurd op 13 mei 2000 lijkt een brevet van onvermogen, stelde hij, maar dat is het niet. De alles verwoestende explosies wisten namelijk alle sporen uit.
Hoofdverdachte André de V. heeft de schijn tegen. Volgens Mannoury is hij ook op of nabij het rampterrein geweest, getuige de vuurwerksporen op zijn rode sportbroek. „Maar dat is nauwelijks belastend, er waren rond die tijd helaas veel mensen in de buurt.”
En dan zijn er nog de mobiele telefoon van De V. waarmee op de bewuste middag vanaf het rampterrein is gebeld, het zichzelf verschaffen van een alibi door vrienden te laten verklaren dat hij die middag bij een recreatieplas was en de ’bekentenis’ tegenover een undercoveragent A1046 in het huis van bewaring. Tegen A1046 heeft De V. verschillende malen beweerd dat hij de brand heeft gesticht.
Rechter Mannoury: „Alles wat min of meer tot schuld leidt, komt uit de mond van De V. zelf in de vorm van betrekkelijk vormloze uitlatingen.”
De bewijzen tegen „de mafketel” (zoals vrienden De V. noemen) zijn voor de rechters dan wel wettig maar niet overtuigend. En die combinatie is noodzakelijk voor een veroordeling.
Dan is er het onderzoek. Het politieteam heeft volgens de rechters „monnikenwerk” verricht. Zelfs de mogelijkheid van een bril die diende als brandglas werd bekeken. „Maar het onderzoek heeft geen aanwijzingen voor brandstichting opgeleverd en al helemaal geen aanwijzingen voor de identiteit van de brandstichter.”
De rechercheurs krijgen een veeg uit de pan. Ze hebben gewerkt met „een verbetenheid die de geloofwaardigheid van de resultaten niet altijd ten goede is gekomen.” Twee dissidente rechercheurs hadden openlijk kritiek op het onderzoek. Er was sprake van een tunnelvisie, verklaarden ze onder ede bij het hof.
Het Tolteam had een verdachte op het oog en formuleerde daar een verhaal omheen. Terwijl de recherche andersom moet werken: eerst een verhaal en daar past een verdachte bij. Ook in de Puttense moordzaak lag deze werkwijze van de politie onder vuur.
De kritiek op het onderzoek en de mate van recherchewerk voeden ongetwijfeld de twijfels bij de rechters van het Arnhemse hof. En nog altijd geldt: bij twijfel niet inhalen.
Daarom werd André de V. maandag vrijgesproken. Voor buitenstaanders een opmerkelijk arrest: van vijftien jaar cel naar vrijspraak is niet iets wat wekelijks in de vaderlandse rechtszalen voorkomt. De rechters in Almelo noemden de uitlatingen van De V. „betrouwbaar en consistent.” Het hof „inconsistent en onsamenhangend.”
Voor de politie en het openbaar ministerie is het arrest een bittere pil. Een megaonderzoek (op een gegeven moment deden er een slordige 200 mensen aan mee) verwezen naar de prullenbak. En de boodschap kritischer te letten op het eigen functioneren.
Het zal intern bij de politie nog wel knetteren. Hoewel de korpschef Twente een onderzoek naar de dissidente rechercheurs wil, gaf het hof maandag al een voorschot. Dat beide heren „het gevaar van een te eenzijdige benadering signaleerden, moet hun toch als een verdienste worden aangerekend.”
De zwaardere straffen voor de beide directeuren van SE Fireworks zijn wel goed nieuws voor het OM. Ze kregen een jaar cel voor brand dan wel dood door schuld, terwijl de rechtbank in Almelo hen juist daarvan had vrijgesproken.
Dat er op het terrein van SE Fireworks „te veel en te zwaar” vuurwerk was opgeslagen wisten de directeuren misschien niet, maar ze hadden het wel moeten weten. „Zij hadden zich niet in slaap moeten laten sussen.” Een principieel oordeel. De baas is de baas, in alle opzichten.
En er is nog een klein succesje voor het openbaar ministerie. Het inzetten van een undercoveragent als opsporingsmiddel, zwaar bekritiseerd door de advocaat van De V., is door het hof goedgekeurd. Dat is nog niet eerder in een Nederlandse strafzaak gebeurd.