Berlusconi overleeft vertrouwensstemming
ROME – De Italiaanse premier Silvio Berlusconi heeft dinsdag een vertrouwensstemming overleefd. Een impressie van de sfeer in het Huis van Afgevaardigden.
De spanning in het parlement steeg dinsdag met de minuut. De zitting eindigde met een vechtpartij en het zingen van het volkslied.
In de aula van het Huis van Afgevaardigden klinkt plotseling geroezemoes. Een vrouw in een rolstoel wordt binnengereden. „Het is Bongiorno!” fluisteren enkele parlementsleden. Giulia Bongiorno is hoogzwanger en haar komst naar het parlement was daarom onzeker. Buongiorno: welkom, goedemorgen! En wat te denken van Federica Mogherini, negen maanden zwanger. Ook zij is gekomen, nog wel op eigen benen. De nood is hoog, dat is wel duidelijk. Elke stem telt. Bongiorno, die bekendheid geniet als de advocaat die de Italiaanse ex-premier Andreotti uit de cel hield, is partijgenoot van Gianfranco Fini, de opponent van Berlusconi. Mogherini is parlementslid voor de sociaaldemocratische partij.
Voor het eigenlijke stemmen start, geeft iedere Kamerfractie haar partijvoorkeur aan. Rechtsboven in de zaal zit een volksvertegenwoordiger solitair op zijn notebook te spelen en parlementariër Mussolini –ook in het rechtervak– belt met haar mobiel. Op links is te zien hoe twee collega’s non-verbaal met elkaar communiceren over de ruggen van ten minste zes parlementariërs. De atmosfeer is niet geladen – nog niet. Buiten is het wel mis. Een journalist van Il Manifesto op de perstribune leest op de display van zijn telefoon dat buiten het parlementsgebouw betogers slaags zijn geraakt met de mobiele eenheid. Maar binnen is dat bericht nog niet doorgedrongen. De stemming lijkt op die van de laatste schooldag.
De beide troonpretendenten –Fini en Berlusconi– veinzen desinteresse. Ze bevinden zich op gespreksafstand, maar het laatste wat beide mannen willen, is elkaar groeten. Kamervoorzitter Fini rinkelt af en toe plichtmatig met een belletje, om aan te geven dat de spreektijd erop zit.
Om 12.15 uur begint de stemming. Elke parlementariër wordt naar voren geroepen. Tegen degenen die de stemming bijhouden, zegt hij of zij vervolgens ”si” of ”no”. ”Si” staat voor wantrouwen, ”no” voor vertrouwen in de regering. Zolang iedereen stemt wat van hem of haar verwacht wordt is, heerst er rust in de aula.
Om 12.30 uur klinkt er applaus vanaf de rechterzijde. Een parlementariër die op papier in de kolom ”si” voorkwam, stemt voor Berlusconi. Om 12.58 uur komt er oorverdovend gejubel vanuit dezelfde bankjes. Catia Polidori, een ‘finiaan’, stemt voor Berlusconi. Totaal onverwacht. Enkele finianen maken haar uit voor alles wat mooi en lelijk is. Een lid van Lega Nord zwaait met zijn vuist. Vervolgens rennen parlementariërs dreigend op elkaar af en uiteindelijk is er alleen nog een kluwen van mannen in kostuum te zien. Bodes schieten toe om de heren uit elkaar te halen. Na drie minuten gaat het stemmen verder.
Maar het tij is gekeerd. De journalist van Il Manifesto op de perstribune in de nok van de aula houdt de stand bij. „Het staat ongeveer gelijk”, meent hij.
Om 13.39 uur moet hij zijn prognose bijstellen. Domenico Scilipoti, lid van de anti-Berlusconipartij bij uitstek, stemt voor de premier. Een bittere pil voor de tegenstanders van Berlusconi. Hoe kan iemand van zwart naar wit gaan? Een minuut later is het definitief bekeken. Ook het van links overgelopen parlementslid Massimo Calearo zorgt voor witte rook. Fini heeft de ondankbare taak om de eindstand door te geven: 114 om 111. Berlusconi overleeft de motie van wantrouwen.
Een twintigtal leden van Berlusconi’s partij haalt daarop de Italiaanse vlag tevoorschijn en zingt het volkslied.