VS krijgen bestuur Irak niet op orde
De reorganisatie van het Amerikaanse bestuur in Irak heeft maandag met de komst van topbestuurder Paul Bremer een gezicht gekregen.
De regering van de VS hoopt met de benoeming van de ervaren diplomaat het interim-bestuur in Irak eindelijk op de rails te krijgen.
Bremer moet de komende weken de wederopbouw van Irak voortvarender ter hand nemen dan zijn voorgangers de afgelopen tijd hebben gedaan. De bestuurder -onder meer ex-ambassadeur in Nederland- is vorige week aangesteld. Hij mag proberen de wetteloosheid en de onveiligheid die nog steeds in de meeste delen van Irak heersen de kop in te drukken. Ook het herstel van basisvoorzieningen, zoals drinkwater en elektriciteit, is een prioriteit.
Bremer arriveerde maandagochtend in gezelschap van de voorzitter van de Amerikaanse chefs van staven, Richard Meyers, in Basra. Later op de dag reisde hij door naar Bagdad. Bij aankomst verklaarde Bremer dat het een „grote uitdaging was om de Irakezen te helpen hun land na de val van een despotisch regime weer te herwinnen.” Hij benadrukte dat de VS „niet naar Irak zijn gekomen om het te koloniseren.”
Maar over de termijn waarop een Iraaks interim-bestuur kan worden geïnstalleerd, liet Bremer zich niet uit. Zijn voorganger, generaal b.d. Jay Garner, had eerder gezegd dat een dergelijke regering binnen enkele weken kon worden opgezet, maar Bremer liet weten dat een „tijdpad nog moet worden vastgesteld.”
De komst van Bremer markeert het begin van een ingrijpende wisseling van de wacht in Irak. Het vertrek van Garner als de huidige bestuurder van Irak kwam afgelopen weekeinde naar buiten. Bremer zei maandag dat Garner nog „enkele weken” op zijn post blijft.
Garner moet naar verluidt vertrekken omdat hij te weinig vorderingen boekt. Van rust en orde is in Irak een maand na de oorlog geen sprake. Grote delen van het land zitten nog steeds zonder water en elektriciteit.
De coördinator voor Midden-Irak, Barbara Bodine, is al vertrokken. Bremer zou volgens de Amerikaanse media persoonlijk om haar vertrek hebben gevraagd. Ook de voorlichtster Margaret Tutwiler en de Amerikaanse coördinator op het Iraakse ministerie van Industrie, Tim Carney, ruimen snel het veld, zo schreef The New York Times maandag.
De personele wijzigingen zijn bedoeld om snel orde te scheppen in de chaos in Irak. Niet alleen Irakezen klagen over de slappe manier waarop de Amerikaanse bestuurders en de strijdkrachten de zaken hebben aangepakt, ook internationale hulpverleners hebben weinig goede woorden over voor de manier waarop het Pentagon leiding heeft gegeven aan de humanitaire bijstand.
Washington hoopt waarschijnlijk ook dat het Bremer als diplomaat lukt meer landen bij de wederopbouw in Irak te betrekken. De VS hebben verscheidene keren gezegd te streven naar een internationale vredesmacht voor het Arabische land.
Voor de Irakezen kwam maandag het goede nieuws dat zij er vanaf 1 juni weer op kunnen rekenen dat de geallieerde bezettingsmacht voedselpakketten uitdeelt. Tot het begin van de jongste Golfoorlog was 60 procent van de bevolking afhankelijk van de voedselpakketten, die worden gefinancierd door het olie-voor-voedselprogramma van de Verenigde Naties.
De situatie in Irak leidde maandag tot het opstappen van de Britse minister van Internationel Samenwerking, Clare Short. Zij liet weten niet te kunnen leven met de rol die nu aan de Verenigde Naties is toebedeeld in Irak. Volgens Short heeft premier Blair zijn beloftes, die hij haar zou hebben gedaan omtrent een VN-mandaat voor het opzetten van een Iraakse regering, hebben gebroken.
Polen neemt het bevel op zich over de internationale vredesmacht in het gebied tussen de Iraakse steden Bagdad en Basra. Dat meldde de Poolse minister van Defensie, Jerzy Szmajdzinski, maandag. Aanvankelijk was er sprake van dat de Polen een vredesmacht in Noord-Irak zouden leiden, maar dat is nu van de baan. Noord-Irak is groter en dichter bevolkt en dus moeilijker onder controle te houden. In het gebied dat de Polen nu krijgen liggen onder meer de heilige steden Najaf en Karbala.
Polen stuurt 1500 tot 2000 soldaten naar Irak. Andere landen moeten een troepenbijdrage leveren om de vredesmacht compleet te maken. Polen heeft zelf geen geld en heeft de VS gevraagd op te draaien voor de kosten van 90 miljoen dollar per jaar. Polen wil communicatietechnologie, inlichtingen en andere hulp van de NAVO.
Om een cholera-epidemie in Iraaks tweede stad Basra te voorkomen, geven de coalitietroepen in Irak sinds maandag adviezen hoe de ziekte te voorkomen. Afgelopen week ontdekte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Basra zeventien choleragevallen. Doordat door de bombardementen de elektriciteit in Basra was uitgevallen, was er ook geen stromend water meer. De inwoners haalden noodgedwongen hun water uit de vervuilde rivier de Shat al-Arab. Dat heeft de ziekte waarschijnlijk veroorzaakt. Het onderzoeksteam van de WHO waarschuwde dat er nog honderden gevallen meer kunnen zijn die niet zijn gemeld. De coalitie heeft daarom besloten de inwoners voor te lichten over de ziekte via de radio.
„Cholera is een levensbedreigende ziekte, die echter kan worden voorkomen door eenvoudige voorzorgsmaatregelen te nemen”, sprak een vrouwenstem maandag in het Arabisch op de radio. „Drink alleen gekookt water of water waar jodium of chloor aan is toegevoegd. Eet alleen goed gekookt eten, als het nog warm is, eet alleen fruit dat u zelf heeft gepeld of gewassen met schoon, gezuiverd water.”
De Amerikaanse dienst voor reconstructie en humanitaire hulp heeft verschillende ambtenaren voorschotten van 20 dollar betaald om de Iraakse overheidsdiensten weer op gang te brengen. Maar het Iraakse leger heeft nog geen geld gezien.
Enige hoop voor de Iraakse soldaten bieden de woorden van de voorzitter van de Amerikaanse gezamenlijke chefs van staven, generaal Richard Myers, die afgelopen weekeinde zei dat de Amerikanen de mogelijkheden bekijken om het Iraakse leger te vernieuwen en te hervormen.