Kerstliederen op het schoolplein
Verreweg de meeste reformatorische basisscholen vieren deze week kerstfeest met de kinderen. Hoe vullen zij zo’n bijeenkomst in? Welke liederen komen aan bod en hoeveel instrumenten passeren de revue? Een inventarisatie onder enkele basisscholen.
Omdat de gemeenschapsruimte te klein is voor de 500 leerlingen en hun ouders, organiseert de Graaf Jan van Nassauschool in Gouda twee kerstvieringen. Eén voor de groepen 1a tot 8a en één voor de b-groepen. Een bewuste keuze, legt directeur N. Verdouw uit. „Door met alle klassen bij elkaar te komen, willen we de eenheid van de school benadrukken.”
Op de Ds. J. Beukelmanschool in Alblasserdam ligt de organisatie van de kerstbijeenkomst iets gecompliceerder. Niet alleen vanwege het feit dat de school twee vestigingen heeft, maar ook omdat er op beide locaties voor een andere invulling wordt gekozen. Het is de gewoonte van de school om per klas afzonderlijk een eigen kerstviering te houden. „Op die manier kun je kinderen op hun leeftijdsniveau benaderen”, aldus directeur H. van de Wetering.
Weer anders is de situatie in Oldebroek. Bestuur, personeel, ouders, familie en leerlingen van de Eben-Haëzerschool ontmoeten elkaar op een doordeweekse avond in het kerkgebouw van de plaatselijke oud gereformeerde gemeente in Nederland. Volgens directeur H. ten Hoor is dit godshuis de enige locatie in het Veluwse dorp die de 750 belangstellenden kan herbergen.
In Scherpenzeel gaat men dit jaar voor het eerst met leerlingen en ouders naar de kerk. Hiervoor is gekozen dankzij de uitkomsten van een eerder dit jaar gehouden enquête, licht directeur A. R. Bronkhorst van de Wittenbergschool toe. „Ouders wilden graag bij de bijeenkomst aanwezig zijn. Onder schooltijd is dat vaak moeilijk te combineren met andere werkzaamheden.”
Sommige scholen kiezen voor een tweesporenbeleid, zoals de Ds. J. Bogermanschool in Houten. Daar wordt de kerstviering van de onderbouw in de aula van de school gehouden en die van de bovenbouw in een plaatselijke kerk. Directeur B. Dubbeldam licht toe: „Voor jongere kinderen is de gemeenschapsruimte knusser en vertrouwder. Wat de bovenbouw betreft, moeten we wel naar een kerk, vanwege ruimtegebrek op school.”
Opvallend is de manier waarop de Rehobothschool in Moerkapelle Kerst viert. Na een samenkomst in de afzonderlijke klassen gaan alle leerlingen, ouders en overige belangstellenden het schoolplein op om kerstliederen te zingen. Directeur R. D. L. Remmers: „Je hoort als het ware de kerstklanken over het dorp uitwaaieren.”
Behalve naar de keuze voor de locatie is het interessant te kijken naar de bandbreedte van het repertoire dat tijdens de kerstvieringen wordt gezongen. De meeste scholen die benaderd zijn, geven aan ongeveer evenveel psalmen als kerstliederen te zingen. Vaak geldt hierbij een richtlijn vanuit het bestuur.
Zo worden er op de Bogermanschool „minimaal twee psalmen gezongen.” Op de Wittenbergschool geldt dat „er meer psalmen dan gezangen gezongen worden.” Ook in Oldebroek is het aantal psalmen „iets meer dan de helft.” Verschillende directeuren geven onafhankelijk van elkaar aan dat het tijdens de kerstvieringen niet gaat om het vele zingen, maar om de inhoud van de kerstboodschap.
Een aantal scholen maakt gebruik van een liedlijst, die door het bestuur is gescreend. In Alblasserdam bijvoorbeeld staan gezangen als ”Daar ruist langs de wolken” en ”Er is een Kindeke geboren” niet op het programma. Deze liederen kunnen de toets van de gereformeerde grondslag niet doorstaan, aldus directeur Van de Wetering.
Twee scholen kiezen voor een iets andere invulling wat liederen betreft. Op de Graaf Jan van Nassauschool worden naast psalmen en kerstliederen ook verzen van oudvaders gezongen, uit de bundel ”Uit Sions zalen”. Aan de andere kant van het spectrum zit de Rehobothschool in Moerkapelle. Behalve voor de gebruikelijke psalmen en kerstliederen en een themalied kiest men ook voor eigentijdse varianten. Of, om met directeur Remmers te spreken, „voor Elly en Rikkertachtige nummers.”
Met het vaststellen van de liedkeuze ben je er nog niet. Welke instrumenten mogen er gebruikt worden als begeleiding van de zang? Voor Bronkhorst is dat helder. In de gereformeerde gemeente van Scherpenzeel mag alleen het orgel gebruikt worden.
Hoewel de Eben-Haëzerschool in Oldebroek haar kerstviering ook in de kerk houdt, geldt hier een ruimer beleid. Ten Hoor: „Naast het orgel mogen kinderen op de blokfluit en de panfluit spelen. We proberen het daarbij te houden. Je moet zo’n viering in de kerk niet te veel op willen tuigen.”
Op de Ds. Beukelmanschool in Alblasserdam is het beleid rond instrumenten de afgelopen jaren ook iets ruimer geworden, signaleert Van de Wetering. „Niet dat er een richtlijn bestaat, maar ik constateer wel dat er meer wordt gespeeld op violen, dwarsfluiten en blokfluiten dan voorheen.”
In Gouda probeert men wat terughoudend te zijn in het gebruik van instrumenten. Verdouw: „Uiteraard wordt het orgel bespeeld en zijn er wat blokfluitgroepjes, maar we willen waken voor een opgeklopte sfeer.”
In Houten mogen in principe alle instrumenten worden gebruikt, aldus Dubbeldam. Wel ziet hij dat er in de bovenbouw veel vaker instrumentale begeleiding wordt ingezet dan in de onderbouw. Datzelfde geldt voor de Rehobothschool in Moerkapelle. „Het liefst zien we zo veel mogelijk instrumenten. We willen stimuleren dat leerlingen gebruikmaken van hun muzikale talenten”, aldus Remmers.
Uitwijken
Een bijzondere situatie geldt voor de Johannes Calvijnschool in Amersfoort. Wegens ruimtegebrek kan er geen kerstviering worden gehouden in de gemeenschapsruimte van de school. Tegenover de school staat het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente. Toch wijkt de school voor haar viering uit naar de aula van het verderweg gelegen Van Lodenstein College. Desgevraagd legt locatiedirecteur J. Knibbe de situatie uit. „Wij willen graag zo veel mogelijk instrumenten gebruiken bij de kerstviering. De kerkenraad van de Elimkerk hanteert andere regels. Vandaar dat wij uitwijken naar de Van Lodenstein.”