Het debat tussen de Tweede-Kamerfracties en de parlementaire enquêtecommissie stond gepland voor komende woensdag en donderdag. Maar zowel de voorzitter van de enquêtecommissie, de D66’er Bakker, als de buitenlandwoordvoerder van D66, De Graaf, is nauw betrokken bij de kabinetsformatie. De informateurs Hoekstra en Korthals Altes willen graag ook woensdag en donderdag doorgaan met de onderhandelingen over een CDA-VVD-D66-kabinet.

Maandagmiddag ontvingen Kamerleden een delegatie van nabestaanden en overlevenden van de val van Srebrenica. Ondanks de aanwezigheid van Nederlandse blauwhelmen namen Bosnisch-Servische militairen in juli 1995 de moslimenclave in en vermoordden vervolgens bijna 8000 moslimmannen.

De delegatie, bestaande uit drie mannen en een vrouw, wilde het liefst de conclusies van de enquête bespreken met de enquêtevoorzitter Bakker. Maar commissievoorzitter Albayrak (PvdA) maakte hen duidelijk dat de bijeenkomst niet was bedoeld als een voortzetting van de enquête. Zij konden hun vragen voorleggen aan de aanwezige fractiewoordvoerders, die daar op hun beurt in het debat hun voordeel mee konden doen.

Volgens Albayrak zit de meeste pijn voor de nabestaanden in de gebeurtenissen vlak na de val van de enclave. Het al dan niet toelaten van vluchtelingen op de basis van Dutchbat in Potocari en het meewerken van de militairen aan de deportatie van moslimvluchtelingen zit de mensen nog steeds zeer hoog, aldus Albayrak. „Maar het gaat hier om als-dan-vragen, waarop nooit een bevredigend antwoord kan komen.”

Volgens Bakker wilden de nabestaanden vorig jaar eigenlijk al dat zij door de enquêtecommissie gehoord zouden worden. Maar de Tweede Kamer zag dat niet als taak voor de commissie. Bakker overhandigde afgelopen maart een vertaling van de belangrijkste delen van het rapport Missie zonder Vrede aan de overlevenden en nabestaanden van de genocide in Srebrenica. De delegatie die nu in Nederland is, heeft dinsdag samen met het Interkerkelijk Vredesberaad nog een gesprek met NIOD-directeur Blom.