De eurolanden moeten vanaf 2011 allemaal aan de bak om hun financiën weer op orde te brengen, aldus de OESO. Verschillende landen hebben al een begin gemaakt, maar nu moeten er overal geloofwaardige plannen voor de komende jaren op tafel komen.

Om toekomstige crises te voorkomen, moeten er boetes komen voor landen die hun schulden te hoog laten oplopen. Daarnaast wil de OESO dat landen waar de overheidsfinanciën dreigen te ontsporen al in een vroeg stadium onder streng toezicht worden geplaatst.

De denktank stelt onder meer voor landen met te hoge schulden te beboeten door ze te dwingen een bedrag opzij te zetten op een speciale renteloze rekening. Dergelijke sancties zouden veel sneller moeten worden doorgevoerd. Die aanbevelingen komen overeen met voorstellen waar de ministers van de eurozone momenteel ook aan werken. De OESO wil echter dat er nog meer maatregelen komen die de kosten van het niet naleven van de financiële regels verhogen, bijvoorbeeld door de deelname aan Europese financiële regelingen duurder te maken.

Aan een permanent reddingsfonds voor eurolanden moeten strenge voorwaarden worden verbonden, waarschuwt de organisatie. De regels voor dat fonds moeten zo worden opgesteld dat de hulp wordt stopgezet als een land niet aan de eisen voldoet.

De denktank van de geïndustrialiseerde landen voorziet voor de komende twee jaar een economische groei van gemiddeld 1,5 tot 2 procent in de landen waar met de euro wordt betaald. De snelheid van het herstel loopt binnen de eurozone echter sterk uiteen. In sommige landen, zoals Duitsland, gaat de opleving onverwacht snel. Het gemiddelde groeipercentage wordt echter gedrukt door de landen die zware bezuinigingen moeten doorvoeren om de financiën weer op de rails te krijgen.