Commentaar: Hotel mama
Wanneer confessionele partijen in Den Haag beweren dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is, worden ze tot op de dag van vandaag weggehoond. Die gedachte is sinds de culturele en morele revolutie van de jaren zestig van de vorige eeuw achterhaald. Het traditionele gezin werd gezien als een hopeloos ouderwets instituut.
Het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 dat woensdag verscheen, wijst echter uit dat de progressieve prediking voor verregaande ontmanteling van het gezin nog maar weinig vruchten draagt. Het tweejaarlijk onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maakt duidelijk dat ouders nog altijd een grote invloed hebben op hun thuiswonende kinderen. Zij volgen hun vader en moeder op terreinen zoals vrijetijdsbesteding, politieke opvattingen en vrijwilligerswerk. Daarbij is de invloed van moeder in het algemeen groter dan die van vader.
De waardering voor het ouderlijk gezin blijft overigens ook als kinderen volwassen zijn geworden en het ouderlijk huis hebben verlaten. Wanneer zij werkloos worden of in een echtscheiding verwikkeld raken, keren ze vaak terug naar ”hotel mama”. Deze zogenoemde boemerangkinderen zoeken dan weer de veilige thuishaven op. Zij worden kennelijk niet afgeschrikt door knellende banden en de bekrompen, verstikkende sfeer die er volgens veel moderne pedagogen vaak in ouderlijke gezinnen heerst. De service en de warmte in het ouderlijk huis hebben duidelijk een aantrekkingskracht op volwassen zonen en dochters die in moeilijkheden zijn geraakt.
In de achterliggende decennia is een reeks van studies verschenen over de generatieverschillen tussen ouders en kinderen. De media schreven keer op keer over de generatiekloof. Er leek een onoverbrugbaar ravijn te bestaan tussen senioren en junioren. De gisteren verschenen studie van het SCP laat zien dat die kloof nauwelijks (meer) bestaat. Natuurlijk is er verschil tussen oud en jong, maar van een echte tegenstelling is geen sprake.
De uitkomsten van het SCP-onderzoek maken duidelijk dat alle propaganda voor verregaande ontmanteling van het gezin weinig effect heeft gehad. Het is springlevend. Zelfs het krachtig en voortdurend pleidooi om binnen het gezin de zorgtaken gelijkelijk te verdelen over vader en moeder, sorteert maar beperkt effect. Sinds het eind van de jaren negentig stijgt weer het percentage Nederlanders dat vindt dat moeders beter geschikt zijn om voor kinderen te zorgen dan vaders. Opvallend is dat ook jonge ouders dat vinden.
De trends die het SCP-onderzoek blootlegt, onderstrepen dat de idee van het gezin als hoeksteen van de samenleving nog springlevend is. Pleitbezorgers voor verregaande individualisering ten koste van het traditionele gezin doen er goed aan eens te luisteren naar dit signaal vanuit de samenleving. Hun beuken op het huwelijk, het traditionele gezin, de rolverdeling tussen man en vrouw heeft een groot deel van de samenleving kennelijk niet overtuigd. Hoe dat komt? Zou het kunnen zijn dat deze „vastgeroeste” ideeën niet zijn aangeleerd maar dat ze verankerd liggen in de genen van schepping en maatschappij?