Kerk & religie

Ds. T. J. Kamerbeek vijtig jaar predikant

NIJKERK – Ernst en laagdrempeligheid gingen samen bij ds. T. J. Kamerbeek. „Het is mijn roeping om de mensen te wijzen op het eeuwig behoud in Christus. Ze konden in de pastorie altijd aan de voor- en de achterdeur terecht.”

Jan van Reenen
9 December 2010 09:51Gewijzigd op 14 November 2020 12:50
NIJKERK  – Ds. T. J. Kamerbeek: „In Rouveen belde ik gewoon ’s morgens de mensen op met de vraag of ik kon komen. Dan zeiden ze steevast: Natuurlijk domeneer.” Foto RD, Henk Visscher
NIJKERK  – Ds. T. J. Kamerbeek: „In Rouveen belde ik gewoon ’s morgens de mensen op met de vraag of ik kon komen. Dan zeiden ze steevast: Natuurlijk domeneer.” Foto RD, Henk Visscher

Op dinsdag 7 december stond de hersteld hervormde emeritus predikant, die nu in Nijkerk woont, vijftig jaar in het ambt. Hij is bijna tachtig jaar, maar preekt nog elke week.

Teunis Jacob Kamerbeek werd op 7 juli 1931 in Barwoutswaarder, in de omgeving van Woerden, geboren. Toen hij zes jaar oud was, wist hij al dat hij predikant zou worden, vertelt hij. Zijn vader, die smid was, en zijn moeder offerden alles op om hun zoon te laten leren.

Toen ds. Kamerbeek in zijn eerste gemeente Poederoijen-Loevestein (1960) stond, haalde hij hen wel eens op met een gehuurde auto. Zijn moeder zei dan: „Kind, wat heb je ons vandaag toch weer veel gegeven.”

Ds. Kamerbeek: „Het was andersom, ze had mij veel gegeven.”

Van zijn eerste gemeente is hem vooral het gemoedelijke bijgebleven. „Mensen kwamen in de oogsttijd een bakje aardbeien of wat groente brengen, of ik fietste na een huisbezoek zomaar een stukje met iemand op. Er was echt een onderlinge band, ook met verschillende leden van andere reformatorische kerkgenootschappen.”

Dat gemoedelijke trof hij ook aan in Rouveen (1965), toen een boerendorp waar nog veel vrouwen met klederdracht in de kerk zaten. De predikant belde ’s morgens of hij die dag langs kon komen. „„Natuurlijk domeneer”, zeiden ze steevast. Ik ging dan niet door de voordeur, maar trok de deeldeur open en ging zo naar binnen. De mensen verontschuldigden zich wel eens dat ze geen kleed op de vloer hadden liggen, maar zand gestrooid hadden, zoals in die tijd de gewoonte was. Dan zei ik: „Ik kom niet voor het vloerkleed, maar ik kom voor u.””

In zijn derde gemeente, Waarder (1970), waren er veel zorgen rond hun gehandicapte zoon Barend. „De gemeente was als een biddende wolk rondom de pastorie”, zegt mevrouw Kamerbeek. Het echtpaar Kamerbeek heeft ook twee dochters.

Hoevelaken (1975) was een drukke gemeente, waar het een in- en uitlopen van gemeenteleden in de pastorie was. „Ook als ik niet thuis was, kwamen er mensen via de voor- en achterdeur om hun verhaal te doen.” Ds. Kamerbeek: „Ik doe graag pastoraal werk. De mensen zeggen van me dat ik streng ben, maar ook recht door zee. Als je mensen eerlijk behandelt, ook geestelijk, dan wordt de drempel lager. Tijdens het bezoek spreek ik eerlijk met de mensen over hun staat voor de eeuwigheid.”

Zijn vrouw speelde ook een belangrijke rol in de laagdrempeligheid van de pastorie. Ds. Kamerbeek: „Mijn vrouw heeft heel veel pastoraal werk gedaan. Ze bood altijd een luisterend oor. Gemeenteleden wisten dat zij hun verhaal niet verder zou vertellen. Ze ging soms met een ouderling mee op ziekenbezoek naar het ziekenhuis, dan bezocht hij de mannen en zij de vrouwen. Ze stond aan de basis van de vrouwenverenigingen van Rouveen en Waarder en van de jongevrouwenvereniging in Hoevelaken.”

Mevrouw Kamerbeek: „Ik ga graag met mensen om. Het gastvrouw-zijn op de vakantieweek voor alleenstaanden mis ik nog steeds.”

Vinkeveen (1986) was een gemeente met veel verschillende stromingen, maar het is opvallend dat de mensen elkaar niet loslieten. Dat doen ze ook nu niet. „We ondervinden nog steeds veel meeleven uit deze gemeente.”

Na zijn emeritaat in 1996 verrichtte de predikant pastoraal werk in Nijkerkerveen, Rouveen en Doorn. Elke zondag gaat hij nog voor in kerkdiensten, al wordt het reizen hem wel wat veel. Het preken doet hij met veel vreugde. „Het is mijn roeping om de mensen te wijzen op het eeuwig behoud in Jezus Christus. De weergave van mijn predikantenwerk ligt in de tekst Ezechiël 33:7: Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israëls; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.”

Ik hoop, zegt ds. Kamerbeek, „dat God mij heeft willen gebruiken voor de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Ik heb mensen ontmoet die ervan konden getuigen dat ze mede door mijn preken in de ruimte waren gezet. Dat is niet mijn werk maar het werk van God. Ik mocht een middel in Zijn hand zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer