Psycholoog of therapeut nodig bij rsi
MAASTRICHT (ANP) – Beeldschermwerkers die last hebben van rsi-klachten, hebben meer baat bij hulp van een psycholoog of een gedragstherapeut dan bij aangepast meubilair en houdingsoefeningen. Bovendien moet de behandelaar niet te somber reageren op hun klachten.
Dat blijkt uit onderzoek van revalidatiearts Marjon van Eijsden, waarop zij vrijdag aan de Universiteit Maastricht promoveert. Volgens Van Eijsden heeft ongeveer 40 procent van de beeldschermwerkers klachten van RSI (Repetetive Strain Injury). Deze werknemers zijn over het algemeen perfectionisten ofwel angstige mensen, die bang zijn voor pijn. Het karakter van de patiënt speelt een grote rol bij het ontstaan van de klachten, aldus de onderzoekster.
RSI heet sinds enkele jaren in medische kringen KANS (Klachten in Arm, Nek, Schouder), maar die afkorting is nog niet zo bekend als de ‘oude’ naam. De aandoening nam in de jaren negentig van de vorige eeuw een hoge vlucht, toen steeds meer mensen aan het beeldscherm gingen werken. In sommige gevallen zijn RSI-patiënten blijvend arbeidsongeschikt geworden en nog steeds veroorzaakt het fenomeen hoge maatschappelijke kosten, aldus Van Eijsden.
Volgens Van Eijsden en haar mede-onderzoeker, mensendiecktherapeute Ans Samama-Polak, zijn fysiotherapie en houdingsoefeningen zelfs bij beginnende RSI-klachten niet voldoende. De behandelaar moet zo snel mogelijk vaststellen wat voor type een patiënt is. Wie te perfectionistisch is, heeft baat bij begeleiding door een psycholoog en wie angstig is, kan goed geholpen worden met cognitieve gedragstherapie. Dat heeft volgens de onderzoekster meer effect dan veel aandacht voor de pijn zelf.
Van Eijsden vergeleek onder meer een groep werknemers met beginnende klachten met eenzelfde groep, die geen klachten zei te hebben. Het bleek dat de groep met klachten zich al enorme zorgen maakte over de gevolgen, terwijl van de groep zonder klachten 60 procent toch RSI-achtige verschijnselen had. Die groep aanvaardde de pijntjes echter als ‘horend bij het werk’ en had er geen last van.